United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na verloop van eenige minuten trad een jonge vrouw binnen, die twee voorwerpen voor de blanken neerzette, en zich toen, zonder een woord te zeggen, weer verwijderde. Het eene voorwerp was een oude pot met water, en het andere een groote ijzeren pan waarin verscheiden stukken vleesch lagen. "Oho!" zei Hobble-Frank lachende. "Dat is vast ons avondeten. Een pot vol met water, dat is nobel.

Nu kreeg ieder zijn mes in de rechterhand, en het schouwspel kon beginnen. Daar de hoofdman terugtrad, volgde Old Shatterhand zijn voorbeeld. "Sta vast, Jemmy! en laat u niet van de been brengen," riep Hobble-Frank. "Gij weet het, als hij u doodsteekt, ben ik voor geheel mijn leven een arme wees; en dat verdriet zult gij mij toch niet willen aandoen.

"Wees maar blij, dat er geen grooter ongeluk gebeurd is! Was je wat eer gekomen, dan was je verloren geweest!" "Maak u voor mij maar niet ongerust! Hobble-Frank komt nooit eer, of hij moet de overwinning in allebei zijn handen hebben. Wat moet er nu met die twee prulkerels gebeuren? Ik alleen ben niet coupabel om hen te versjouwen." "Wij zullen u helpen. Nu maar gauw naar binnen.

Gij zijt beiden wijd en zijd overbekend; en waar de dikke Jemmy is, daar behoeft men ook niet lang naar zijn Davy te zoeken. En die kleine master hier aan uw linkerhand?" "Dien noemen wij Hobble-Frank, een ferm kereltje, zooals u spoedig genoeg blijken zal."

"Ik ga naar de overzij naar Old Firehand en Winnetou." "Dat is gevaarlijk." "Niets gevaarlijker dan hier. Wat zal Old Shatterhand blij zijn, als hij zijn karabijn weer terug heeft! Maak haast nu!" Hobble-Frank had geen grooten afstand af te leggen, hoogstens een voetstap of acht ver. Juist op dit moment verflauwde de vlam zoo erg, dat het was alsof het vuur uitging.

Alleen aan hen, die durven, behoort de wereld toe!" "Ja, aan hen die durven en aan Hobble-Frank! Heb ik mijn zaakjes niet tribunaal volbracht? Zijn wij onze kameraadschappelijke plichten en verplichtingen niet punktueel nagekomen?" "Gij hebt u uitstekend gehouden, uitstekend!" "Ja, zonder ons was u happa geweest." "Dat nu juist niet.

Wist ik ook maar zulk een list te bedenken." "Dat behoeft niet!" viel Hobble-Frank hem in de rede. "Die list ligt voor de hand. Als ik het met dien platvoeter moest uitvechten, zou ik mij volstrekt niet ongerust maken." "Gij? En gij hebt minder kracht dan ik!" "Naar het lichaam, ja, maar niet naar den geest. En met den geest moet men overwinnen. Vat ge mij?"

Zij liepen, of beter gezegd zij draafden verder, zich telkens tegen den rotswand of tegen op den grond liggende steenen stootende, totdat zij de stemmen van de Indianen niet meer hoorden: toen hield Hobble-Frank zijn metgezel staande, en zei op een toon van verwijt: "Blijf toch eens een oogenblik stilstaan, duizendsapprements-kerel!

Toen keerde hij tot hen terug. Hij had twee prairie-honden geschoten, stak die in de zadeltasch, en steeg toen weer te paard. Hobble-Frank zette een zeer twijfelend gezicht, en vroeg toen: "Is dat misschien het stukje vleesch, dat gij ons bezorgen zoudt? Dan zal ik u vriendelijk bedanken, sir!" "Waarom dat?" "Zulk spul lust ik niet." "Hebt gij wel eens prairie-hond gegeten?"

Slechts zij, die een geweer hadden, bleven staan; doch hun kogels droegen niet ver genoeg, en dichterbij durfden zij niet komen. Nu riep Hobble-Frank den Jongen Beer toe: "Wij met ons vijven blijven staan. De Navajos kunnen zich achter ons terugtrekken. Zeg hun dat!"