United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Op het slotplein houden zes entfaamte Fransche gauwdieven stil, en die de overste van hen is, die is binnen bij den ouden heer en heeft alle respect vergeten en de blanke sabel getrokken en zwaait hem daarmeê voor de oogen en de oude heer staat vóór hem, recht overeind en hij verroert of beweegt zich niet, want hij verstaat net zooveel van 't Fransch, als een koe van den zondag."

Gij zult mij vergezellen, Phanes, en mij den naam en den stand van iederen gevangene noemen!" Aan den morgen van den volgenden dag begaf de Athener zich met den koning op het balkon, dat het uitgestrekte, met boomen beplante, slotplein omgaf. De planten en bloemen hielden de twee mannen verborgen, die de geringste beweging van menschen daar beneden opmerken en ieder woord verstaan konden.

Met een behendigen zwaardstoot sloeg Iwein hem de strijdspeer uit de hand en toen hij aldus zijn vijand in zijne macht had, dwong hij Aliers voor hem uit te rijden in de richting van het kasteel. Zoo bracht hij hem het slotplein op, waar de burchtvrouwe met haar gevolg in angstige spanning den afloop van den strijd verbeidde, en deed hem neerknielen voor haren zetel.

Menigh wil by dranck en spijs Wesen wijs, Schoon hy is van wijn beschonken, Daar doch yeder kan bespiën, Dat dees liên Sijn van sotte grillen droncken. Pers. Inmiddels waren Mom en Botbergen op het slotplein verwelkomd geworden door den Baron van Sonheuvel, verzeld van den oude jachthond Veltman, die, nu blind en onbekwaam hem in 't veld te volgen, den Baron binnenshuis altijd ter zijde bleef.

Toen zei de koning: »dat is niet mogelijk: de poorten liggen een uur van elkaarJuist kwamen de twee broeders van twee kanten het slotplein oprijden en stegen beiden de trappen op. Toen sprak de koning tot zijn dochter; »Zeg nu, welke is je echtgenoot?

De oude heer blijft nog eene poos staan en ziet den molenaar na, terwijl hij het slotplein overgaat, en hij zegt bij zich zelven: "'t Is eene harde zaak voor den éénen ouden man, om den anderen zoo van lieverlede door de slechte tijden en door de nog slechtere menschen te gronde te zien gaan. Maar wie kan hem helpen? Het eenige is, hem tijd te laten winnen. Vijfhonderd daalders!

Hij zond een vurig gebed op tot God om hem sterkte te verleenen in de komende gevaren. Daarna nam hij afscheid van den koning en van zijne mede-ridders, die hem allen volgden naar het slotplein, waar zijn paard, Gringalet, vastgehouden door twee stalknechten, hem wachtte.

Het jonge meisje had hem onder een stortvloed van tranen haar leedwezen betuigd over haar gedrag en hem gesmeekt haar te willen vergeven, maar onze held luisterde nauwelijks naar wat zij zeide. Bevend van spanning verzocht hij haar hem naar hare zuster te brengen en zoo gingen zij te zamen de brug en het slotplein over en naderden de hoofddeur van het kasteel.

Mijnheer Droi werd dus tusschen een paar soldaten in genomen, want het wemelde en krioelde middelerwijl al van allerlei Fransch volk op het slotplein, en werd naar het raadhuis getransporteerd.

Daar achter komt de oude Zanner uit Gulzow met zijne beide geeltjes en zegt: "Nu dat mankeerde er nog aan! Rooversgespuis!" En hij jaagt in galop over het slotplein. "Ja," zegt de oude landbouwer Adler uit Stavenhagen; hij heeft een' zak over zijne schouders gehangen, want dat waren de toenmalige regenjassen, en hij stoot zijn oud zwart rijpaard in de ribben. "Kanonnenrijden?