United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijnheer Droi stamelt zoo wat bij elkaar van dit en van dat, maar zij ziet hem scherp in 't aangezicht en zegt: "Leugens, mijnheer Droi! Gij hebt van nacht gelogen, gij liegt dezen morgen ook. Ik heb u uit barmhartigheid mijne slaapsteê, mijn eigen bed ingeruimd, en dit is mijn dank!"

De lucht, van bloem en plant met nieuwe geur doortogen, Werd zachter; en 't gedierte, in 't menschelijk juk gebogen, Verloor zijn' schuwen aart, werd minzaam en gedwee, En gaf, in 's menschen dienst, verlichting aan zijn wee: 't Gevogelt'-zelf, gelokt door de uitgeworpen koornen Des akkers, zocht zijn hut, en hupte door de doornen; Gaf voor zijn slaapsteê dons, en zong zijn zorg van 't hart; Of zalfde door 't muzyk de reeds verdraagbre smart.

SLAAPSTEE. (Nachtasyl). Uit de onderste lagen der samenleving. Tooneelspel in 4 bedrijven, vertaald door Henri Hartog. 2e druk. Prijs f

In de slaapstee der ouders kreunt vluchtig een kind van weinige maanden, waarschijnlijk nu het bespeurt dat moeder hem verliet, en, in de wieg er voor, droomt een meisje van vier jaren, misschien met een droevig lachje om den mond, van mooie winkels met allerlei brood.

Wáár ie dan ook in de wereld zweeft, as 't teminste in geen cel is, dat 't verlangen na z'n liefde in z'n hart schiet maar dan mot en zal ie na De Haag. En stiekum sluipt ie as 'n dief dat ongelukkige straatje in, waar d'r man die slaapstee houdt.

De heele seance door lag die wonde extremiteit bloot op z'n andere knie gekruist, streelde hij er troetelend langs, tot de twee uur weer om waren. Dan wond hij er de gore lappen zorgzaam om, bond de slof er onder, en rechtop meesleepend z'n leed als een martelaar, schreed hij terug naar de slaapstee, waar hij met spottenden eerbied "Generaal" werd genoemd.

De boerenhuizen hebben hooge rieten daken en kleine vensteropeningen. Een groote breede oven dient tegelijk tot slaapstee, waarop de gansche familie door elkander heen ligt. Al 't verdere huisraad bestaat in eene houten tafel, een paar banken en een' voorraad aarden potten en pannen. Koolsoep, haverbrij en zuurachtig bier zijn de alledaagsche kost.

Met dit al was hij rustig monter gestemd, en zoo redeneerde hij gemoedelijk weg en ongekunsteld over de dingen die hem nu eenmaal gemeenzaam zijn, over z'n slaapstee, en 'n vent daar, dien ie vannacht had zien zitten munten: "Nou, slapen dee' ie toch nooit; 's even indommelen, dan weer wakker, altijd zoo gejaagd en van alles schrikken. Maar die valsche munter d

Alleen moest men zijne slaapstee zoodanig inrichten, dat men geen last kon hebben van de wolven, zoo die er waren in dezen omtrek en wat mij nog grooter gevaar scheen van de veldwachters, want voor ons waren die menschen nog meer te vreezen dan de wilde dieren. Wij moesten dus maar doorloopen, den weg volgende, tot wij eene goede schuilplaats hadden gevonden.