United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude trompetter streek verlegen zijn knevel. "Das? Das ist ein kerl, die zóó moesiek macht, das die menschen sich de handen kapoet schlagen, bei 'm applaudiren, oend der liebe herr Kott das herz im leibe lacht." Er was in Dorus' geheele zijn en wezen verandering gekomen.

Zij doen 't netjes, arg fatsoenlijk, fain! zei de bootsman en met een goedig lachje: zoo hold je die joengens bezig oend blijft 'r 't goed humeur in.

Je hebt gespielt, das ich, weiss Gott, de thränen in de augen kreeg. Jongens, wat een schade oend jammer, dat jij nicht voor de moeziek wordt opgebracht; 'k wol, dat ik geld had; ich liet je stoedeeren, wenn's auch op das jammerholz ist." Gelukkig voor Dorus was Löbell niet de eenige, die er zoo over dacht, en had dokter Abels hetzelfde denkbeeld gekregen.

Dan wachtte de half lamme "muziekmoffin" te vergeefs op haar middagmaal en wist de Oempah zich, zoodra hij haar onder de oogen kwam, niet beter tegen haar rechtvaardige verwijten en aanvallen te beschermen, dan door opnieuw de deur uit te gaan en er uit te blijven, totdat hij, zooals hij 't noemde: "Woerscht oend brot wieder herausgepustet hatte!"

Al hangt d'r eine vlerk d'r voor niemendal bij, sie shaff noch zoo'n bischen, oend früher, als sie noch moneten hatte, war sie schplendied. Daarom bin ich wieder in die koenst jegaan!

Maar de oude Löbell zei, terwijl hij Dorus met het mondstuk van zijn pijp op 't hoofd tikte: "Doe schwerenöther! noe kann noch 'mal was rechtes aus jou werden; schade oend jammer, dat jij kein broest voor die trompete hévt! Adjé! kerlchen, mach's goed." Het kostte Dorus weinig moeite om afscheid te nemen van het geslacht Carlo en de overige leden van het gezelschap.

Jawol, denk jij dat ich jou op ’s nieuw drei monate zal laten wonen oend....?” „’k Zal je nog een maand vooruit betalen ook; maar ga nu heen, wat ik je bidden mag. Jij en dat dier, jelui schreeuwen om ’t hardst, en mijn arme Netje moet rust hebben.” „Jou Netchen kan mir jestohlen worden.”

Hoe hij bij "'s militair, bei der cavallerie stand," hoe hij trompetter was geweest bij de Huzaren en hoe hij later "durch talent oend verdienst erster pistonist" geworden was bij 't muziekcorps. Hij kende allerlei vroolijke soldatenliedjes en voor één borrel blies of zong hij er met zijn schorre stem wel drie.

Maar 's ist oend bleibt toch ein schwaches miserabeles quinkelierinstrument: da lob ich mir die trompete, da steekt moesik d'rin."

Had de Oempah, door hier en daar, voornamelijk in de buitenwijken, te spelen, wat klein geld opgehaald, dan 't zij hem ter eere gezegd, had hij de beste voornemens, en kocht "brot oend woerscht für 's froumensch!" liet 't netjes inpakken en bracht een en ander ook werkelijk thuis, wanneer hij de verleiding weerstond, om hier of daar even in te wippen "oem ein paar auf die lampe zoe jiessen."