United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als de lampe brandde, was alles in de kamer beverfd met een warm-gele klaarte, en dan werd de dalende dag buiten een kille blauwigheid. Mariëtte schoof de gordijntjes dichte. De kamer was meteen heel gezellig van de wijde vreemdte afgezonderd. Zie-zoo, lachte Mariëtte, nu zitten we lekker. Ze lachte halvelings, en zij en schond niemands gevoelen met hare lichte pleizierigheid.

Alles in de omgeving is doodstil, hoogstens wordt hier en daar geschreeuw van een kraai vernomen. In het oosten wordt de benedenste rand van het hemelgewelf door de opgaande zon rood gekleurd. Nader en nader bij de gevaarlijke lijn komt Lampe: daar valt hem de reeks van witte voorwerpen in 't oog!

Tot den "aanstand" reken ik ook het "verlappen," een wijze van jagen, die niet algemeen bekend is, en waarvan ik daarom nog wel een beschrijving dien te geven: Onze angstvallige vriend Lampe ziet, zooals reeds opgemerkt werd, in ieder hem onbekend voorwerp een reden om verschrikt te zijn, en op deze eigenaardigheid berust het snoode plan, dat de arglistige mensch heeft uitgedacht, om hem te verschalken.

Lampsins komt van den mansvóórnaam Lampe, die weinig of nooit meer in gebruik is, maar die in de lijsten van nederlandsche vóórnamen van Wassenbergh en Leendertz nog voorkomt, en ook, als Lampo, in Förstemann's Namenbuch vermeld staat. Met Lampsins zijn ook de geslachtsnamen Lamping, Lampsma, Lampen, benevens Lampson in Engelland, van dezen ouden mansnaam afgeleid.

Ze was alzoo waarachtig een hupsche deerne en hare handen waren zoo klein en zoo blank, en ze vingerde zoo prontelijk ermee, om haar gezegde uit te teekenen. Ze merkte dat uit de hoeken van de kamer allengs de deemsteringe naar voren kroop en ze voelde dat, al duisterend, 't geluchte vol zou geraken met een nieuwe angstigheid. Wil ik de lampe aansteken?

Martens avond een witte Zwaan, een Capoen, en een kanne Wyn, en zouden voor altoos eene misse houden in 't Kapittelhuis, en een brandende lampe voor 't geheele geslachte.

Een tinnen teele, schoone versierd met een ranke doffe blaren, blonk geweldig uit, en ernevens, in een tasje van oud porselein, dorde een doode palmtuil. De teele droeg ervan de onbeweeglijke schaduw, lijk ze daar door het noesche licht van de lampe opgesmeten werd. Anderszins was de dresse een donkere kasse, want niets en was van achteren te merken.

Had de Oempah, door hier en daar, voornamelijk in de buitenwijken, te spelen, wat klein geld opgehaald, dan 't zij hem ter eere gezegd, had hij de beste voornemens, en kocht "brot oend woerscht für 's froumensch!" liet 't netjes inpakken en bracht een en ander ook werkelijk thuis, wanneer hij de verleiding weerstond, om hier of daar even in te wippen "oem ein paar auf die lampe zoe jiessen."

Haar hoed, binstdat ze hem opzette, beefde in hare handen en een ongemeene gichtigheid kriebelde achter hare ooren. Onder 't licht van de lampe schitterde, uiterst beweeglijk, de diamant van haren ring. Ze was seffens veerdig en smeet zonder hulpe haar mantel over hare schouders. Ze voelde nog een beetje vochtigheid in de pelsenkrage, die killig haren nekke taakte.

"Lampe", de Gewone Haas, een stevig Knaagdier van 75 cM. totale lengte, waarvan slechts 8 cM. op den staart komen, en 30 cM. hoogte, is een van de beide bij ons inheemsche vertegenwoordigers van het Hazengeslacht. Hij bereikt een gewicht van 3 1/2, 4, 5, soms van 6 KG., in zeldzame gevallen wordt een oud mannetje 7 of 8, ja zelfs 9 KG. zwaar.