United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze sombere, norsche en menschenhatende man, die met alles spotte, en die bij elke gelegenheid op de liefde, het huwelijk, de vrouwen en hare gebreken schold, werd de onwaarschijnlijkheid blijkt bijna even dikwijls w

Het ontwaken kwam niet, ik was dus veroordeeld. Mijn gedachten werden minder en ik gevoelde mij zoo afgemat, dat het mij zelfs een verlichting toescheen geen hoop meer te hebben. "Men is niet zuinig geweest op het hout," zeide een norsche, krakende stem. "De kist is veel te lang". "Wel", voegde een grappenmaker er aan toe, "dan kan hij er zijn gemak van nemen".

Maar in plaats van een antwoord, vlogen er een paar ruiten van het raam in stukken, en onmiddellijk daarop kwam er een ruw gezicht, rood van toorn, met een zwaren snorbaard, door de gebroken ruiten kijken en wierp naar alle hoeken van de kamer norsche en wantrouwende blikken. "Wat heb je mij zoo aan te kijken?" vroeg deze kerel norsch. "Waarom doe je de deur niet open?

Doch Frits Jansen zat reeds in het zaâl, en hij zeide met een flikkering van zijn blauwe oogen: »Weet je wel, met wien je spreekt?" »Ik weet het wel," zeide het norsche gelaat. »Nu, onthoud het dan!" zeide de sergeant op strengen toon, terwijl hij het »kramperige" paard op en neer liet stappen in den stalgang.

Wel was hij zoo verstandig, met geen enkel woord te antwoorden op de norsche bevelen, die hem als 't ware naar het hoofd werden geslingerd, maar uit zijne saamgeknepen lippen sprak duidelijk genoeg zijne nauwelijks te verkroppen ergernis.

»Toch mag het niet, sergeant," zeide hij op stelligen toon. »Voor mijn part kunt ge 't paard in den stalgang hier wat op en neer laten loopen, doch verder moogt ge niet." »Trouwens het dier mankeert niets," meende de tweede stalwacht, de eigenaar van het norsche gelaat; »'t zijn maar smoesjes, dat het wat mankeert." »Bekijkt het paard dan zelf," zeide Frits, »ik zal wel bijlichten."

De uren in den voormiddag werden nog eens zoek gebracht met eene wandeling door de stad, en aan 't bezoeken van het magazijn: "Den norsche Husfledsforening" eene uitstekende plaats om de cadeautjes te koopen, die men uit verre landen pleegt mede te brengen.

Johannes vertrok en bereikte weldra het huis van den wisselaar. Warm en sierlijk gekleed zat deze met twee vrienden in zijne rijke woonkamer, bij het flikkerend haardvuur, doch het schamele knaapje zag hij met toornigen blik aan. «Heer oomstotterde de kleine, moeder zendt mij tot u, «wij hebben brood noch vuur en zijn diep ongelukkig.» «Elk zorge voor zich zelven» luidde het norsche antwoord.

Hij zag alleen norsche, woeste, verdierlijkte mannen, en zwakke, moedelooze vrouwen, of vrouwen die geene vrouwen meer konden heeten de sterken de zwakken verdringende de grove, onbedwongen, dierlijke zelfzucht van menschelijke wezens, van welke niets goeds verwacht of verlangd kon worden, en die in alle opzichten als beesten behandeld, ook zoo nabij den rang van beesten waren gedaald als voor menschelijke wezens slechts mogelijk was.

Het woord werpt geen ongunstig licht op eenig levend mensch, behalve op u, die het gebruikt. Laat dat rusten. Hij werd in deze stad geboren.« »In het armhuis van deze stadwas het norsche antwoord. »U hebt de geschiedenis dáárOnder het spreken wees hij ongeduldig naar de papieren. »Ik moet ze hier ook hooren« zeide Mr. Brownlow en keek de toehoorders beurtelings aan. »Luister dan!