United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


QUINTUS, MARCIUS. En zal het ook, of wij, wij volgen hem. TITUS. En zal het! welke booswicht sprak dit woord? QUINTUS. Hij, die het overal, slechts hier niet, staaft. TITUS. Wat! zoudt gij hem begraven en mij trotsen? MARCUS. Neen, eed'le Titus, slechts u bidden, dat Gij Mucius wilt vergeven, hem begraven.

Hoewel hij Tarq. niet op den troon terugbracht, moesten de Rom. toch door afstand van grond den vrede verkrijgen. Het volksverhaal echter vermeldt, dat P., door den moed van Horatius Cocles en van Mucius met bewondering en ontzag vervuld, onverrichter zake aftrok. Dit is de gewone voorstelling.

TITUS. Marcus, gij hebt mij op den helm geslagen En met die knapen in mijn eer gewond; En elk van u acht ik mijn vijand thans. Zoo kwelt mij dus niet langer, maar gaat heen. MARCUS. Hij is zichzelf thans niet, komt, laat ons gaan. QUINTUS. Ik niet, eer Mucius' lijk begraven is. MARCUS. Broeder, want in dien naam pleit de natuur, QUINTUS. Vader, want in dien naam spreekt de natuur,

MUCIUS. Neen, 'k laat niet door. TITUS. Wat, drieste knaap! verspert gij In Rome mij den weg? MUCIUS. Help, Lucius, help! LUCIUS. Heer, onrechtvaardig zijt ge en meer dan dat; In blinden, boozen strijd versloegt ge uw zoon. TITUS. Noch hem, noch u erken ik als mijn zoon; Geen zoon van mij hadde ooit mij zoo onteerd. Schurk, geef den keizer fluks Lavinia weer.

Daar het raadhuis, dat van buiten een fraai aanzien heeft, openstond, ging ik 'er in, en vond den muur of het behangsel van de Raadzaal nog beschilderd met de beeldtenissen van Brutus, Porsenna, Mucius Scevola en eenige anderen men ziet anders het borstbeeld van Keizer Napoléon, op vele diergelijke plaatsen.

Zij fronste haar wenkbrauwen maar trok haar arm niet terug, en steunde slechts even toen met de liniaal het vel van haar arm werd afgetrokken. De ouderen, die de wonde zagen en vroegen hoe zij daar aan kwam, kregen ten antwoord, dat zij het zelf gedaan had, omdat ze wilde ondervinden, wat Mucius Scaevola had gevoeld. "Zoo was zij in alles, vlug besloten en zelfopofferend.

TITUS. Neen, dwaas tribuun; neen, hij was niet van mij, Noch gij, noch dezen, tot een daad verbonden, Waar ons geheel geslacht door is onteerd; Onwaardig broeder, en onwaardig kroost! LUCIUS. Doch laat ons hem begraven zooals past Zij bij zijn broeders Mucius nu begraven. TITUS. Verraders, weg! hij komt niet in dit graf.

Twee jonge patriciërs van de partij van Catilina, twee broeders, Mucius en Sylvius, zouden zich, na de nederlaag bij Pistoja, hebben teruggetrokken in de vallei van de Elsa, en daar op twee heuvelen ieder een kasteel gesticht.

Deze opteekeningen gingen bij de verwoesting van Rome door de Galliërs verloren, zoodat de latere annales maximi, ook wel annales of commentarii pontificum geheeten, die aan het einde van de 2de eeuw waarschijnlijk door den pontifex maximus P. Mucius Scaevola in 80 boeken zijn uitgegeven, slechts weinig omtrent den oudsten tijd van Rome vermeld kunnen hebben.

Doch Mucius roept uit: "Zie, hoe weinig hij om zijn leven geeft, wien groote roem voor oogen staat." En zijne rechterhand in 't vuur houdende, dat op een in de nabijheid staand altaar brandde, liet hij haar zonder een teeken van smart te toonen, verbranden. Ontzet over zulk eene onverschrokkenheid liet de Koning den jongeling van 't altaar wegsleuren en schonk hem de vrijheid.