United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die kleine jongen met zijn leeren, hij was mij in de school al heel wat vooruit, en met zijn Ammiraal-worden, deed mij denken aan het afscheid van den meester. Ik werd nijdig; maar niet op mij-zelven, zooals het behoord had, doch op den zonderlingen knaap, en met een "Wel jou Kregel Mennonietje, wou jij Ammiraal worden? Pluimgraaf, man, pluimgraaf word-je, anders niet!

58 zeide hij weenende: "Zoo gij door dezen blinden kerker gaat door de hoogheid van uwe ingeborenheid, waar is mijn zoon, of waarom is hij niet mèt u?" 61 En ik tot hem: "Niet uit mij-zelven kom ik: hij, die daar wacht, leidt mij hier doorhenen, wien uw Guido wellicht in minachting hield."

De innige sympathie, die ik voor dit geheimzinnige volk gevoel, deed mijn hart sneller kloppen. Ik vroeg mij-zelven af, van waar die aandoening? Is het omdat de rumeensche natie ongelukkig is geweest, en vele eeuwen lang heeft gezucht onder het juk der dienstbaarheid en het brood der verdrukking gegeten?

Wij bleven ruim een halfjaar te Rotterdam liggen. De Bare had in den slag bij Gibraltar ontzettend geleden en moest nu van onder tot boven worden nagezien. In al dien tijd was ik echter geen dag in Den Briel geweest; want ik kreeg daartoe geen verlof, omdat ik het niet en vroeg. Ik had niet veel goeds van mij-zelven te zeggen.

Een Russisch schip dat zich op 12° breedte bevond, zag mijn voertuig op kleinen afstand van zich, met geweldige snelheid in zee storten, doch na eenigen tijd boven komen, omgekeerd, en ledig, mij-zelven eenige vademen verr' daar van daan. De boot was juist uitgezet, en men redde my, schoon ik in dat oogenblik en nog een geruimen poos lang voor dood werd gehouden.

De stoomboot, zeide ik tot mij-zelven, en ik nam een plaats van Rotterdam tot Nijmegen, zal alles verbeteren en overtreffen; zij zal mij met de middelen van vervoer en met het reizen en trekken verzoenen; de snelle, de ruime, de gemakkelijke, de sierlijke, de gezellige, de rijke stoomboot! Is zij niet een vlottend eiland van genoeglijkheden, een betooverd stroompaleis, een hemel te water?

Wat kan, wat moet ik doen, aan alle zijde omzet? Wie voert my strafloos, wie onschuldig uit dit net? ô Zwakke, ô weeke ziel! wat liet ge u dus verwrikken Wat kan ik, hoe 't ook ga, dan voor mij-zelven schrikken? Bilderdyk, Floris de Vijfde.