United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ik ken Daan toch niet late verrèkkezegt hij eindelijk, »hij is toch óók 'n mensch!« »Je mag 'm alléén helpen op bevel van je meerderezegt de onderwijzer. »Nou, Daan, dan weet je 'n 't,« zegt Kees baloorig, »je ken verrèkkePlotseling is de bloeddorstige stemming geweken. »'t Is mooiroept er een, »dus as er zoo'n arme donder naas je lig te bloeie, mag je 'n 'm geeneens meeneme

Eindelijk kwam 't tot eene verklaring. Waar ik die kalmte van daan haalde, toen Mama met ons sprak, vanwaar dat kalme, bedaarde betoog, ik weet het niet. Ik had niet eerst overdacht w

De tweede, ons bekende, poging, om eene grammatica te leveren, is van den geleerden ECCO EPKEMA, den verdienstelijken uitgever van GIJSBERT JAPIX; doch het is er verre van daan, dat deze zoude zijn ingerigt op den voet, dien wij ons hebben voorgesteld; niet de Friesche taal in hare volle uitgebreidheid, alleen het Landfriesch vinden wij hier geschetst, en dan nog maar het Landfriesch, zoo als GIJSBERT JAPIX dat schreef.

In geen zestien jaren had hij zijn goeden "zwarten Daan", zooals Deluw aan de academie genoemd werd, gezien; en hoe zou hij hem vinden? Aan de zijde eener beminnelijke gade, omringd van bloeiende kinderen! Ja, met grijzend haar in plaats van zwart, maar met hetzelfde hart in den boezem, open voor vriendschap, vreugde en gezelligheid!

O God, hij hield van haar! ... Zij was bang duizelig te worden, als ze er erg aan dacht. Haar handen leunden op de kanten van de waschtafel, haar blikken zweefden langzaam over de kom met water. Zuchtend zij er weêr van daan en zag besluiteloos rond. Het gaslicht brandde flikkerend hoog. Zij had 't erg warm.

Ik wou dat ik hier van daan was meneer, ik kan ’t niet langer aanzien, d

En ik was werkelijk blij dat ik geen toeschouwer geweest was van de schade, die zij aanrichtten, omdat ik overtuigd ben dat het mij zeer zou hebben aangedaan, en vroegere gebeurtenissen in mijn geest teruggeroepen, die ik liever vergeten wou. Ik sliep een paar uur, maar mijn slaap werd onophoudelijk gestoord door droomen van de plaats waar ik van daan kwam, en de gevaren waaraan ik was ontsnapt.

Het gebeurt niet dikwijls dat zij ook zilveren lepels bezitten. De patriarchen gaan naar de tooverheks, om die lijsten in te zien. Een slimme kwant, zooals die oude Daan, gaat liefst 's avonds tegen de schemering, als niemand hem ziet, naar hare woning, zet zijn flesch brandewijn op de tafel, en noodigt de oude tot drinken.

Gij allen waant, dat gij door dat naam stelen beter wordt, doch gij vergeet, dat er afgunst aankleeft, en dat elk kwaad zijne tuchtroede zaait. Keert gij niet terug, zoo zal de tijd daar wasdom aan geven, zoo sterk, dat men er het eind niet van kan zien. Uwe nakomelingen zullen daarmede gegeeseld worden; zij zullen niet begrijpen, waar die slagen van daan komen.

Die arme Magdaleen! ach, ’k denk noch, hoe die vrouw, Geen Audientie, hoe gering, verzuimen zouw; Nooit, nooit verliet zy my, en ’t is my niet vergeeten Wat zy daar dikwils al van daan bragt; ja de speeren, De slagers doeken had zy meê genoomen, om Met leege handen niet te komen wederom. Zo kan het huis bestaan. Loop zot, gy lykt niet nader Als een kaale edelman.