United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Was het publiek nu, staand of zittend, om den voordrager geschaard, dan verzocht hij een "ghestille" en de voordracht ving aan. Begon hij dadelijk met spreken? Indien wij ons herinneren, dat de menestrelen tevens muzikanten waren, dan is het niet onwaarschijnlijk dat zij begonnen zijn met een klein voorspel.

Op die rondzwervende menestrelen moet VELDEKE het oog hebben, waar hij, afwijkend van zijn voorbeeld, ter bruiloft van ENEAS en LAVINE "die speleman end die varende diet" laat verschijnen en rijkelijk beloonen . Op hen zal ook MAERLANT'S uitdrukking doelen: "menestrele || Die altoes zijn onghestade" .

De vereeniging van muziek en poëzie vinden wij ook bij de menestrelen van wie MAERLANT spreekt in der Naturen Bloeme naar aanleiding van den vogel Garrulus . Het "pipen en mauwen" van den menestreel kan kwalijk iets anders beteekenen dan het spelen op de pijpen ter begeleiding van zang of voordracht.

De bewerker der Disticha Catonis namelijk verhaalt ons in zijn proloog: Als ic die minne sach, ic louch; Nu haticse al in minen sinne Die minne draghen entie minne Ende hebbe ghekeert minen moet An die ghenen die siin vroet. Wij hoorden vroeger een paar dezer dichters: MAERLANT en WILLEM VAN AFFLIGHEM, op minachtenden toon spreken over andere dichters die zij menestrelen noemen.

Wij lezen op eene vroeger vermelde plaats van den Karlmeinet, dat er menestrelen waren Maer hetzij de voordrager uit het hoofd voordroeg hetzij hij las, hij kon niet voortdurend spreken en de aandacht zijner hoorders had grenzen. Zeker, het publiek dier dagen, niet verwend en luistergraag, zal niet spoedig te veel hebben gekregen.

Overigens gaf hij van het Speculum Historiale eer eene bewerking dan eene vertaling; hij raadpleegde tal van andere geschiedschrijvers, o.a. den Hollandschen kroniekschrijver MELIS STOKE, breidde de geschiedenis van Nederland en de levensbeschrijvingen van Vlaamsche heiligen uit, verrijkte zijn werk met een schat van spreuken en lessen van levenswijsheid . Hier ook had MAERLANT gelegenheid te velde te trekken tegen allen die, zijns inziens, de waarheid ten opzichte van het verleden te kort gedaan of vervalscht hadden: de menestrelen die leugens vertelden over KAREL DEN GROOTE, zijne Pairs en groote vazallen, die verschillende KARELS hadden samengesmolten tot éénen; hij houdt zich aan de Historia Caroli Magni et Rolandi; immers, dat was Latijn en dus waar.

Niet alleen om hun heer den tijd te korten, dienden hem de menestrelen; zij waren er ook op uit, zijne roemzucht door hun loftuitingen te prikkelen, in de hoop op geschenken zijnerzijds. En dat de menestrelen die roemzucht trachtten te bevredigen, vernemen wij eveneens uit zijne woorden: ... der idelre gloriën cleet, Daer menestraudië met omme gheet .

In ontwikkeling zullen de "clercken" over het algemeen wel boven de menestrelen hebben gestaan. Echter behoeft men daarom aan deze laatsten niet alle ontwikkeling te ontzeggen.

In een rekening van 1388 wordt een som gelds geboekt, die gegeven is aan den "coninc van de pipers van Oestervant, om mede te riden tot Berghen daer hi scoel soude houden van pipen." Waarschijnlijk zullen ook in de 14de eeuw, zij het eerst in de tweede helft, de menestrelen van eene stad zich wel tot een gilde vereenigd hebben.

Onder de sprekers zal natuurlijk, evenals vroeger onder de menestrelen, verschil van ontwikkeling en aanzien hebben bestaan. Sommigen spraken "voor mijnen here den grave" en konden als AUGUSTIJNKEN VAN DORDT van zich zelven zeggen: Want ghi bi heren, bi hoghen vrouwen Te sijn pleecht. Anderen die zonder naam worden vermeld als b.v.