United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van dien aard was de Latijnsche verzameling van eenvoudige zedelessen onder den naam Disticha Catonis uit de eerste eeuwen onzer jaartelling, die in bijna ontelbare bewerkingen of vertalingen onder de volken van West-Europa was verbreid .

Zoowel de dichter der Disticha Catonis als MAERLANT richtten zich immers niet in de eerste plaats tot edelen; onder de gemeenten was kennis van het Fransch in dezen tijd allerminst verbreid, en het is de vraag of de geestelijken waarvan MAERLANT spreekt, het Fransch zoo gemakkelijk hebben gehanteerd dat zij er verzen in konden maken.

Maar een dichter, fijn als geen onder ons ook.... Hij drinkt water, zei Tacitus; omdat hij weet, dat Plinius matig is.... Hij is matig uit vleierij.... Hij vleit, maar in epigrammen. In Latijn, fijner gecizeleerd dan zijn Egyptische drinkschaal. In disticha, sierlijk als vóor hem niemand ooit schreef.... Het is niets wat hij zegt.... Maar als hij het zegt, wordt het iets....

De bewerker der Disticha Catonis namelijk verhaalt ons in zijn proloog: Als ic die minne sach, ic louch; Nu haticse al in minen sinne Die minne draghen entie minne Ende hebbe ghekeert minen moet An die ghenen die siin vroet. Wij hoorden vroeger een paar dezer dichters: MAERLANT en WILLEM VAN AFFLIGHEM, op minachtenden toon spreken over andere dichters die zij menestrelen noemen.

Hij heeft ook een geschiedkundig werk geschreven onder den titel van Origines, dat van Rome's stichting tot op Cato's tijd moet geloopen hebben. De disticha Catonis zijn niet van hem, maar uit de 3de eeuw n.