United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze zei, dat hij het zijn plicht rekende te doen uitkomen in welk opzicht de hulpprediker was geslaagd en waarin hij gefaald had. «Ge zijt zeer oplettend geweest voor de zieken en ... voor ... de kinderen, en ik mag, zonder vleierij verklaren, dat men veel van u hield, maar gij weet wel, dat God u niet het talent heeft toebedeeld van spreken in het openbaar.

De omstandigheden drongen Erasmus steeds meer terug naar de zijde, die sommigen hadden gehoopt, dat hij te eeniger tijd zou verlaten, naar den kant nl. der Roomsche Kerk. Toen Clemens VII in 1524 tot paus was verheven, schreef Erasmus hem een brief vol vleierij.

Waarlijk, dan zoude men de petits marquis uit den tijd van Molière bijna terugwenschen; want al is geveinsde beleefdheid slechts vleierij, zij is toch altijd beter dan geveinsde lompheid.

Wel valt het niet te ontkennen, dat er een soort van verderfelijke vleierij bestaat, waardoor sommige valschaards en spotters stumpers ongelukkig maken, maar de mijne heeft haar oorsprong in een soort van aangeboren welwillendheid en zij komt veel dichter bij de deugd dan hetgeen men daartegenover stelt, de lompheid met de zoo onaangename en vervelende norschheid, waarvan Horatius spreekt.

Goede hemel, wat zouden er geen echtscheidingen of nog erger dingen overal plaats vinden, als niet de huiselijke omgang van man en vrouw door middel van vleierij, scherts, inschikkelijkheid, dwaling en huichelarij, allen zeker mijn trawanten, gesteund en onderhouden werd!

Soms heeft benijden de ongunstige beteekenis verloren, bijv. ik ~benijd~ u waarlijk uw mooien tuin; men wil door deze uitdrukking den tuin des te sterker prijzen, zoodat deze zegswijze meer als vleierij moet opgevat worden. De arme man stond getroffen door den rijkdom van zijn buurman; duidelijk was het te zien, dat hij hem dien overvloed . Ik je, dat je geslaagd bent, maar ik het je niet.

Het smart mij genoeg, dat mijne zuster het Rijnsburger pak heeft aangetrokken en ik niet." "Dan ware immers de geheele adellijke jeugd wanhopend geweest," zeide Walcourt. "Geene vleierij! daar heb ik bijna evenveel afkeer van als van de nieuwe hoeden, welke de Gravin wil invoeren. Zeg mij liever, om weer op ons gesprek te komen, zal dat Friesche wonder hedenavond verschijnen?"

Dat wie hoog geklommen is, laag vallen kan, bedacht hij niet, en hieraan kon hij ook niet denken. Niet door vleierij, niet door slaafsche onderworpenheid, maar door grootsche daden had hij dat hooge standpunt bereikt, en deze daden en die, welke hij nog verrichten zou, ze zouden hem handhaven in zijne waardigheden, want daden vielen niet weg te cijferen.

De oude vrouw ontving Tante met de gebruikelijke formules van: "Wel Mevrouw? hoe vaart Mevrouw? Mevrouw is hier in lange niet 'eweest. Ik kan niet zeggen, dat Mevrouw 'er uitzien er op 'ebeterd is!" een compliment, waar schier alle lieden van die klasse gewoon zijn hunne meesters op te vergasten, als ware het de uitgezochtste vleierij.

Hoofdstuk XXI. Ook Vleierij schept eendracht; doch slechts door verfoeielijke dienstbaarheid of trouweloosheid. Niemand toch wordt eerder door vleierij ingenomen dan de hoogmoedige, die de eerste wil zijn, maar het nochtans niet is. Hoofdstuk XXII. In Zelfverachting steekt een soort van valsche vroomheid en godsdienstigheid.