United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu moet hij alleen zijn weg gaan en dat bekomt hem slecht: Misdede ic yet, ic wort ghesleghen, Ic most den menighen verdreghen Entaer toe lyden mit hem allen. Soe wye sijn maghen worden tieghen, Die moet van des ghelijcke pleghen, Hem sel veel te lyden vallen .

Sprekend over de moordenaars van Graaf FLORIS, zegt MELIS STOKE: Dat dese verraders hebben ghelaten Den maghen verwijt: si moghense haten. Hier wordt de verantwoordelijkheid der magen voor de daden van één hunner erkend. De Antwerpsche stadssecretaris JAN BOENDALE stelt in zijn Lekenspieghel de vraag: of men magen en vrienden moet helpen en ondersteunen.

In een gedicht uit dezen tijd wordt gesproken van "buten maghen in ellenden" te wonen ; daar loopt een der wegen, waarlangs het woord ellende dat oorspronkelijk: ander land beteekende, aan zijne overdrachtelijke beteekenis gekomen is. Maar er zijn toch teekenen die op eene aanstaande kentering in dezen schijnen te wijzen.

Neen edel here, noch benic maeght; Dies dancic gode van den trone: Al woudi mi gheven te lone Dusent merct van goude root, Hoghe baroen, edel ghenoot, Nochtan woudic behouden emmermeer, Lanseloet, hoghe gheboren heer, Mijn suverheit: al en benic niet rike van haven Noch gheboren van groten maghen, Nochtan menic mi so te houden, Dat ic niet en sal werden ghescouden.

Tal van mannen en vrouwen, die tot den adel behoorden, lieten zich in den geestelijken stand opnemen. Een Westvlaamsch auteur der 14de eeuw gaat zelfs zóóver dat hij zegt: Van vier moneken sijn die drie Gheboren van groten maghen. In de geestelijke ridderorden waren beide elementen der toenmalige maatschappij vereenigd.

Reinout, nu sijt mi ghetrouwe, Ende vaer se soeken oost ende suut; Segt hare, ic salse maken bruut Ondanc alle minen maghen. Here, ic wilder gerne om waghen Mijn lijf ende ghenen aerbeit sparen, Maer het ware beter, liettijt varen, Hets messelijc hoe si haer sal bekeren.

Hi heeft bi ridderscape ghesworen, Als hi van u vernemt ende weet, Al waert alle sine maghen leet, Dat ghi werden selt sijn wijf. Reinout, dat moet sijn een blijf, Want ic ben eerlic ende wale ghehout, Ende hebbe enen edelen man ghetrout. Dien ic minne boven alle die leven.

O lieve moeder, der minnen cracht Ansiet hoghe geboort no rijcheit van goede, Maar si soect haers ghelijc van moede, Die beide sijn van enen wesen; Ic hebbe dicke wel horen lesen, Dat die minne soect haers ghelike; Al es deen arm ende die ander rike, Die edel minne die doet haer werc; Gerechte minne en let geen merc Aen rijcheit noch aen grootheit van maghen, Noch nie en dede te ghenen daghen, Maer het comt al bi gheluc.

De magen staan elkander bij voor het gerecht als in het gevecht. Zij deelen in de schande die over een hunner komt. Wanneer de oude MAERLANT zijne mede-christenen wil opwekken tot strijd voor de kerk die in last is, zegt hij: Eest dat ghi sijt van haren maghen, So moetti nuwe wapene draghen, Keren ende wreken dese overdaet.