United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wij zullen hem redden, Dick," zeide de doctor. De negers, den ballon bemerkende, gelijk aan eene ontzettend groote komeet met een staart van schitterend licht, werden door een gemakkelijk te begrijpen schrik aangetast. Op hunne kreten hief de gevangene het hoofd op. Zijne oogen schitterden van eene plotselinge hoop en, zonder te begrijpen wat er gebeurde, strekte hij zijne handen naar deze onverwachte redders uit. "Hij leeft! hij leeft!" riep Ferguson uit; "God zij gedankt! Deze wilden zijn door schrik getroffen! Wij zullen hem redden! Zijt gij gereed, mijne vrienden?" "Ja, Samuel." "Joe, blaas de gasvlam uit." Het bevel des doctors werd uitgevoerd. Een bijna onmerkbare wind dreef den ballon zachtkens boven den gevangene op hetzelfde oogenblik, dat hij onmerkbaar daalde; tien minuten ongeveer bleef hij zwevende te midden der lichtgolvingen. Ferguson liet zijn lichtbundel op de menigte schijnen. De stam, onder den indruk eener onbeschrijfelijke vrees, verdween langzamerhand in zijne hutten en de paal werd eenzaam gelaten. De doctor had dus reden gehad te rekenen op de fantastische verschijning van den ballon, die in deze dikke duisternis licht verspreidde. Het schuitje naderde den grond. Eenige negers evenwel, stoutmoediger dan de anderen, begrijpende dat hun slachtoffer hun ging ontsnappen; kwamen met luide kreten terug; Kennedy nam zijn geweer, maar de doctor verbood hem te schieten. De priester die geknield lag, geen kracht hebbende om overeind te staan, was zelfs niet aan den paal gebonden, want zijne zwakheid maakte dit onnoodig. Op het oogenblik dat het schuitje bij den grond kwam, beurde de jager, zijn wapen wegwerpende en den priester om het midden vattende, hem in het schuitje en op hetzelfde oogenblik wierp Joe plotseling de tweehonderd pond ballast weg. De doctor dacht nu zeer snel te stijgen, maar de ballon bleef onbeweeglijk, na drie

Zijn angst nam toe, naarmate hij rondliep, totdat hij een komeet geleek, die met de snelheid van het licht schitterend voortholt op haar baan. Eindelijk staakte het razende dier zijn woeste vaart en sprong op den schoot zijns meesters, die hem uit het venster wierp, en het geluid der klagende stem verzwakte on eindelijk in het verschiet weg te sterven.

»Zeg eens, Barbicane, gelooft gij dat de maan een oude komeet is!" Bij deze vraag voegde Nicholl nog de opmerking dat volgens getuigenis der Ouden de Arkadiërs beweerden, dat hunne voorouders de aarde hadden bewoond eer de maan haar wachter was geworden.

Maar stelt men zich voor, dat dit laagje microscopisch fijn verdeeld is, dan kan het toch inderdaad belangrijke optische verschijnselen te weeg brengen. Tyndall en Herschel berekenen bijvoorbeeld de stof, die de staart van een komeet bevat, die 60 millioen kilometer lang is en 30 duizend kilometer middellijn heeft. Wanneer men die stof verzamelde, zou zij nauwelijks eene wagenlading uitmaken.

»En welke hand zou dat steentje geworpen hebben?" vroeg Barbicane. »De hand laten wij daar, maar het steentje kan wel een komeet geweest zijn, of misschien ook een uitbarsting uit het inwendige der Maan." »Dus zooveel als een eruptie!" Inmiddels was de invloed der zonnewarmte op het projectiel aanmerkelijk toegenomen. Kort geleden hadden de reizigers het fel koud, nu werden zij flauw van de hitte.

Op de steppen van hun vaderland brak, nadat het alles overschaduwend genie, de groote komeet met den langs het halve hemelgewelf loopenden staart verdwenen, en nadat b.v. Dschingis-Chan onder een eenzamen boom, midden op een naakte steppe, zonder eenig gedenkteeken of monument begraven was, onder de tegenstrijdige elementen weder tweedracht uit.

Dorre boomstammen, wegstervende van ouderdom, verdwijnen onder een woud van woekerplanten. Tallooze papegaaien verbergen zich in het dichte gebladerte. Prachtige aras vliegen bij paren boven onze hoofden en laten haar wanluidend geschreeuw hooren. Met haar rood en blauw gevederte, haar langen staart, schitterende in het zonnelicht, herinneren zij eenigszins aan de verschijning eener komeet.

Daarvan uitgaande, hebben sommige geleerden de Maan gehouden voor een voormalige komeet, welker loopbaan eenmaal zoo nabij de Aarde zal komen, dat de aantrekking van deze haar doet nedervallen." »Niets daarvan," antwoordde Barbicane: »dit blijkt hieruit, dat de maan geen spoor heeft overgehouden van dat nevelomkleedsel waarin de kometen altijd gehuld zijn."

Het is aldus verkeerd te zeggen, dat de zon onze planeet bewoonbaar maakt. Maakt de zon eene komeet meer bewoonbaar, wanneer deze, er digt bij gekomen, aanzienlijk vervormd en uitgezet wordt? Men zal dit ontkennen, en waarom zou de zon op de aarde, met betrekking tot de hier op bestaande organische natuur, eene tegenovergestelde uitwerking uitoefenen als op eene komeet?

De sterren blonken, eerst het zuiderkruis. Halley's komeet was nog flauw te zien. Des morgens was de hemel wolkenloos en doorliep alle kleuren, tot de stijgende zon hem stralend blauw kleurde.