United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eduard III waagt zijn leven in een hachelijken aanslag op een convooi van Spaansche schepen. De ridders van koning Jan's orde van de Ster moeten zweren, dat zij in den slag nooit verder zullen vluchten dan vier "arpents", anders hebben zij te sterven of zich over te geven, welke zonderlinge spelregel volgens Froissart terstond aan wel negentig het leven kostte.

Daar spreekt men in het noordelijke deel der stad, en in de noordelijke voorsteden Schaarbeek, St. Joos-ten-Oode enz., anders dan in het middelste deel der stad, rondom de groote markt, en ook weer anders dan in het westelijke gedeelte van Brussel en dan in de westelijke voorsteden en dorpen, St. Jan's Molenbeek enz. Ook te Gent verschilt de volkstaal van de eene wijk tot de andere.

Het vraagstuk van Hertog JAN'S liederen is grondig behandeld door H. BOERMA in: Tijdschr. v. N.T. en L., XV, 220 vlgg. Onder de daar genoemde literatuur is vergeten hetgeen door VERDAM was opgemerkt in hetzelfde Tijdschrift IX, 274. A.w. In het Latijn is hiervan niets te vinden; vgl. A. Sanct. Junii III, p. 245, 9.

En de beide Sint Jan's hebbend hun eigenschappen: de banderol en de gifkelk, statuën achterin, schouwend, patronaal. En het is op de begeleidende zijstukken: links de historie van St. Jan den Dooper, die roepende in de woestijn, den Christus heeft gewijd. Vooraan ligt zijn uit de halsgaten bloedspuitende romp; Salomé de danseres staat er verfijnd lachend het sombere hoofd op de schaal te wiegen.

Hij nam zich vast voor niet te rusten, voordat hij de voorwielen aan een beweegbaren as verbonden had, zoodat hij de auto sturen kon, en dan nog wilde hij er een rem aan hebben. Toen Dik 's avonds het geval aan Jan's Grootvader vertelde, moest deze er ook braaf om lachen, en hij kwam tot de conclusie, dat Jan ook een bizonder kind was en dat was-ie! Negende Hoofdstuk.

Doch ook de geschriften van tijdgenooten worden door afschrijvers vermenigvuldigd. De bescheiden RUUSBROECK was er niet op gesteld dat men zijne werken langs dezen weg onder de menschen bracht. Slechts heimelijk durfde een priester, die zijn "notarius" geweest was, Heer JAN'S werk aan eenige bewonderaars toevertrouwen tot het nemen van een afschrift .

Het beest zag hem komen. Met verkleumde pooten zwom het in het ijskoude water. Het jankte van vreugde.... Bijna kon het zich niet meer bewegen. Het uiterste einde van het laddertje had het begin van het wak bereikt. Vele menschen verzamelden zich langs de brugleuning, en met angstige spanning volgden zij de bewegingen van den knaap. Ook Jan's vader was op de brug.

De regen gudste nu. "Het wordt nog altijd erger," zei de man bezorgd. Een krakend gedonder vloog in splinters. Het was alsof de kerk was ingestort. "God zij ons genadig. Anna, krijg het kerkboek van den schoorsteenmantel, dat we Sint Jan's Evangelie bidden...." "Vader," zei Lize, "ik hoor kloppen aan de deur." Een nieuwe geweldige slag loeide los, over het dorp heen daverend.

"Dat beschouw ik niet als diefstal," was het antwoord. "Op die manier zou een jongen zelfs geen konijntje meer kunnen houden, als hij niet een beetje gras van den berm mag snijden. 't Is te mal om er van te praten." Hiermede kon Flipsen vertrekken, maar Jantje keek hij nooit meer vriendelijk aan. En dat zou nog erger worden, geheel buiten Jan's schuld.

Het is alsof zij zich losgemaakt hebben van het onmetelijke bosch, dat de berghelling bedekt en tot een hoogte van zes honderd meters tegen de naburige bergen opklimt. Ceders, eikenboomen, pendanus met lange bladeren, beuken, ahornboomen vermengen zich met pisangboomen, bamboes, magnolias, St. Jan's broodboomen en Japansche vijgeboomen.