United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij de daar vermelde literatuur-opgave is te voegen eene mededeeling van W. DE VREESE in Tijdschr. voor N.T. en L., X, 33 vlgg. Vgl. I, c. 40, vs. 50 vlgg.; I, c. 44; I, c. 16; III, c. 10. Vgl. I, c. 16, c. 15, c. 2, c. 5; II, c. 39, 251 vlgg. te verg. met RUYSBROECK I, 41: "Dese heilege Kerke, dat sijn alle goede minschen met Gode verenecht, ende te gadere geroepen iegewelc met al den anderen."

Lied. en Ged.; op p. 470 van dien bundel eene klacht die aan hem doet denken; voorts Tijdschr. v. Ned. T. en L., XI, bl. 286-7, 289-292. Belg. Mus., X, 69. Vgl. Tijdschr. v. N.T. en L., XXIII, 46; Leven van S. Amand, I, 676, 2807, 3920; Goede Boerden, p. 4; Belg. Mus., X, 69; KAUSLER, Denkm., III, 109, 203.

Uitgeg. in den bovengenoemden bundel Oudvlaemsche Liederen enz. De bundel en dit vraagstuk moeten beide nauwkeuriger onderzocht worden. Tot de critiek van den tekst heeft VERDAM eene bijdrage geleverd in: Tijdschr. v. N.T. en L., IX, 273 vlgg. Vgl. voorts: Het Lied in de Midd., bl. 256 vlgg.; L. GAUTIER, Les Epop. Franç. Dr.

Het vraagstuk van Hertog JAN'S liederen is grondig behandeld door H. BOERMA in: Tijdschr. v. N.T. en L., XV, 220 vlgg. Onder de daar genoemde literatuur is vergeten hetgeen door VERDAM was opgemerkt in hetzelfde Tijdschrift IX, 274. A.w. In het Latijn is hiervan niets te vinden; vgl. A. Sanct. Junii III, p. 245, 9.

Vgl. ook XI, 149: "blasen ende pipen" in verband met het woord "noten" in vs. 151. Eerste Martijn, vs. 371-388. A.w. 1e Deel, bl. 430, vs. 22. Tijdschr. voor N. Taal-en Letterk., II, 230, vs. 493-4. Vgl. b.v. Moriaen 4641-2: "Menestrele ende yraude mede || Ward daer gegeven grote rijchede"; Lorr.

Harvest, in Encyd, rel. eth. #Frazer#, Spirits of the corn a. of the wild . #A. Kruyt#, Animisme i.d. Ind, archipel . #Frazer#, Balder the beautiful II . #A. de Cock#, Volksgebr. e. Volksgel, m. betr. t. Huisdieren, in Volkskunde, Tijdschr. v. Nederl. folklore, VII . *Kentering.*

Minne, bl. 37 vlgg.; Belg. Mus., VII, 229; X, 84; Vad. Mus., I, 373, 377; Dissertatie van Dr. A. NIJLAND, bl. 152 vlgg.; Tijdschr. v. N.T. en L., XIX, 269 vlgg. Lied. en Ged., bl. 314 vlgg. Vad. Mus., I, 366-369, 387-391.

Jaarboekje voor Zeeland 1854, blz. 208. #Oudeman, A.# Uitgaven der rechtsgel. Werken v. H. de Gr. en geschriften over en naar aanleiding v. deze werken. Tijdschr. voor het Nederl. Recht. Gron. 1872. #Paludanus, R.# Dissert. ad § 2. 1. 1. H. Grotii Juris pr. Holl. Lugd. Bat. 1759. #Philippona, Chr.# Guy Patin over godsdienstige gevoelens v. Gr. De Katholiek.

Rekeningen der Grafelijkheid van Holland onder het Henegouwsche huis, III, p. 96. Bij de door Dr. TE WINKEL genoemde literatuur moet gevoegd worden: 1o. de uitgave van het gedicht door Dr. Dr. J. BERGSMA, Bijdrage tot de Wordingsgeschiedenis en de critiek der Mnl. Brandaenteksten; 3o. Van Sente Brandane in Tijdschr. v. Ned. T. en L., VII, 85 vlgg.; 4o.

Maerlant's Werken door Dr. J. TE WINKEL, bl. 405 vlgg. In het gedicht Van den Levene ons Heren, vs. 15, wordt onder de romans waartegen de dichter waarschuwt, opgenomen die Van Pyramuse, hoe hi sijn leven Verloos.... In de Oudfransche literatuur bestond een roman van dien naam. Zie JONCKBLOET'S Inleiding op Deel II, p. Vgl. o.a. III, 22557 vlgg.; IV, 2149-'50. Tijdschr. v. N.T. en L., XIII, 38.