United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


IIIe Zang, vs. 322, bl. 43, rl. 5 v. o. In Beth-ur had geboôn.

De Kaïnieten zullen door de Hel met "list" worden bestreden, daar zij door getal en schranderheid de Reuzen te sterk zijn. IIIe Zang, vs. 255, bl. 42, rl. 5 v. b. Bezadigdheid en list zijn veiligst. 'k Ken dat wapen. Bekruip in vriendenschijn den vijand onder 't slapen; Mislei; bedrieg; vervoer!

Zie over dat alles, dat gewichtig is vooral voor onze kennis van de ontwikkeling der historiographie te onzent, de voortreffelijke inleiding van DE VRIES en VERWIJS voor hunne uitgave van den Sp. Hist. en TE WINKEL t.a.p. het Achtste Hoofdstuk. Vgl. Sp. Hist., III, p. 170, 204; TE WINKEL, Maerlant's Werken, p. 422-5; IIIe Part.

IIIe Zang, vs. 302, bl. 43, rl. 16 v. b. 't Gruwzaam kroost der list. De Hellegeesten, gereed de Kaïnieten met list aan te randen, storten zich op het dal, waar hun leger zich heeft nedergeslagen, uit. IIIe Zang, vs. 311, bl. 43, rl. 16 v. o. Zijn schedel nokt en schudt als 't schuddend popellover.

De Christelijke doopnamen drukken het heuglijk feit der wedergeboorte uit of wel den dag des doopsels; maar al dagteekenen deze uit de IIIe eeuw, in onze landen heeft de kerstening lang op zich laten wachten, en het heeft allen schijn, dat de Kerk afgezien van de namen, die een heidensche godheid aanduidden ook hier een Oudgermaansch gebruik, waarin niets heidensch stak, liever niet met geweld wilde keeren.

Tius: Mars; Wôdan: Mercurius; Donar: Jupiter; Frija: Venus; en Saturnus, voor wien geen passende Germaansche interpretatie kon gevonden worden. Deze substitutie had vermoedelijk in de IIIe of IVe eeuw n. Ch. plaats; zie Dr. Volledige ontleening had plaats met de namen Venus en Diana, men denke aan de Venusbergen en het Venushaar.

Zoo Jocaste en Deïanira bij Sofocles, zoo Alcestis bij Euripides, die daarin door Virgilius, in de beschrijving der laatste oogenblikken van Dido, gevolgd zijn. IIIe Zang, vs. 592, bl. 51, rl. 12 v. b. O Segol! om dit vocht dat ge aan mijn oog ontspringen, Mijn boezem baden ziet.

D. C. merkt te recht op, dat deze werkwoorden in geen gebiedende wijs staan; maar dan moet ook een minder leesteeken na het woord "wapen" staan, en geen uitroepingsteeken na "vervoer". IIIe Zang, vs. 267, bl. 42, rl. 17 v. b. 't Belang der hel alleen verbiedt me, uw grootsche daden Te smoren. De verleiding dier Geesten zelven door de schoonheid der dochteren van Kaïn.

Zoo is de variante op vs. 454 van dit boek merkwaardig; waar B. eerst Segol had doen zeggen, sprekende, ten aanhoore van het leger, tot de strijdakst van Hanoch door Argostan gevoerd: "'t Geen thands een mindre vuist, maar u het naast omsluit" waarvoor hij in de plaats stelde: "maar Hanoch waard." IIIe Zang, vs. 447, bl. 47, rl. 16 v. b. En strikt een heilig snoer, ontvlochten van de altaren.

Nog dient te worden opgemerkt, dat ten gevolge van den inval der Romeinen het nationale gevoel meer werd opgewekt, zoodat in de IIe en IIIe eeuw na Chr. de kleinere stammen zich tot groote volksgroepen aaneensloten. De Romeinsche overheersching heeft tallooze offers gevergd en harden strijd.