United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het Labrum Veneris kreeg den naam van Onzer-Vrouwedistel en Mariadistel, het Cypripedium, de schoen der Venus Cypria, heette voortaan Onzer-Vrouweschoentje, en zoo volgde Maria in de volksverbeelding herhaalde malen de Germaansche godin Frija op.

Tius: Mars; Wôdan: Mercurius; Donar: Jupiter; Frija: Venus; en Saturnus, voor wien geen passende Germaansche interpretatie kon gevonden worden. Deze substitutie had vermoedelijk in de IIIe of IVe eeuw n. Ch. plaats; zie Dr. Volledige ontleening had plaats met de namen Venus en Diana, men denke aan de Venusbergen en het Venushaar.

In België zijn de spookdieren doorgaans hazen en konijnen. Niet zelden worden al deze spookdieren driebeenig en éenoogig gedacht. Er bestaat nog een andere reden, waarom sommige dieren in ongunstigen roep staan, deze namelijk, dat zij uiteraard in nadere betrekking traden tot de Germaansche godenwereld. De kat was gewijd aan Frija, de huwelijksgodin en de godin van den huiselijken arbeid.

Het Frigjargras werd Vrouwegras, en elders Mariagras, het aan Frija als godin der geboorte heilige Asperula odorata kreeg, zooals gezegd, den naam van Onze Lieve Vrouwe-bedstroo, zoogenaamd omdat Maria haar kind er op nedervlijde.

De alchimisten zochten daarin de grondstof van hun goudtinktuur en van den drank, die de eeuwige jeugd verleent. In heidensche tijden hield men het voor de tranen, door Frija geweend over het vertrek van haar gemaal, en de Christelijke volksfantasie heeft deze in Mariatranen herdoopt.

Bij de invoering van het Christendom droeg de volksfantasie vele attributen van goden en godinnen op Christus en de heiligen over; vandaar dat het Frigjargras tot Mariagras werd; de aan Frija als godin der geboorte heilige Asperula odorata, waarvan een bundel bij zwangere vrouwen in bed gelegd werd, ontving den naam van O.L. Vrouwenbedstroo, het Labrum Veneris dien van Mariadistel; enz.

Wegens toevallige overeenkomst van hoedanigheid of het samenvallen van den tijd der feestviering werden heidensche mythen op menigen heilige overgebracht, werden mythologische trekken in hun legenden ingelascht; zoo trad Maria in meer dan één opzicht in de plaats van Frija, terwijl Sinterklaas de figuur van Wôdan uitbeeldde.

Na al hetgeen ik in het Eerste Deel, bl. 70 en elders, heb betoogd: hoe bij de invoering van het Christendom de volksverbeelding attributen van goden en godinnen op Christus en de heiligen overdroeg; hoe menige heidensche overlevering op den satan is overgedragen; hoe wij herhaaldelijk in het hedendaagsche folklore stooten op Christelijk-getinte overblijfsels van het geloof aan Wôdan en zijn kring, na dit alles behoeft het lot van het aanzienlijk aantal planten, voorheen aan Wôdan, Donar, Frija e.a. gewijd, wel geen nadere toelichting.

Maar op den duur veranderde het wezen van dezen hoogsten hemelsgod, óok van den Germaanschen Ziu; velerlei attributen zijn hem ontnomen, om aan afzonderlijke godheden te worden toevertrouwd. De weg loopt hier van de eenheid of betrekkelijke eenheid naar de veelheid. Zóo ontstonden de Westgermaansche godheden: Wódan, Donar, Frija enz.