United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een van de ridders kwam op Heer Walewein toe en verzocht den held op hoffelijken toon, hem te volgen. Daarop geleidde hij hem over het breede slotplein, het kasteel binnen. Weldra kwamen zij in een ruim vertrek; de muren waren behangen met warmgetinte bekleedsels, jachttafereelen voorstellend.

"Misschien," vervolgde hij, "wilt u zoo goed zijn mij eenig begrip van uw werkkring, uw maatschappelijke positie te geven, opdat ik het bedrag van het losgeld met eenige juistheid bepalen kan." "Ik werd getroffen door den hoffelijken toon, waarop deze roover sprak, en antwoordde, dat mijn beroep luchtreiziger was, een vak dat niet veel inbracht. "Zoo," zei Quebranta langzaam.

"Gij hebt gelijk, mijn kind!" zeide hij: "en ik handel dwaselijk, door aan zulke denkbeelden toe te geven... zoo de Heer Huyck het goedvindt, zal ik hem zijn slaapstede toonen." Deze laatste woorden sprak hij weder op een zeer natuurlijken en hoffelijken toon uit en liet die met een buiging van het bovenlijf vergezeld gaan.

Bij dit onderhoud bleken de drie heeren hoogst ontwikkelde personen te zijn, die groote algemeene kennis bezitten en die aan groote kennis, zeer aangename manieren paren en aan wier hoffelijken omgang met vrouwen alle natiën een voorbeeld kunnen nemen.

Maar dat het aan God behage, dat nooit andere spijs op een zoo nobel voedsel volgt als op het hart van dien dapperen en hoffelijken ridder, gelijk Guillaume Gardestagne was. Zij stond op en wierp zich zonder verder bedenken uit een venster achter haar. Het raam was zeer hoog boven den grond, zoodat de vrouw niet alleen stierf, maar geheel werd verpletterd.

Aarzelend trad Erec naderbij, iets in het gelaat van den grijsaard en in de wijze, waarop deze hem bij zijne nadering tegemoet trad, scheen erop te wijzen, dat hij van goede afkomst was, en dat slechts de dwang der omstandigheden hem tot dezen staat van gebrek had gebracht. Op hoffelijken, bescheiden toon vroeg Erec om een onderkomen voor den nacht.

In Frankrijk dienen beleefdheid en voorkomendheid dikwijls ter verontschuldiging van vele fouten en gebreken. In Engeland staat de waarheid zoo hoog aangeschreven, dat zelfs grofheid en ongemanierdheid, als iets pikants, dikwijls in den smaak valt. Den hoffelijken en voorkomenden mensch behandelen de Engelschen zelfs met een zeker wantrouwen, den brutalen daarentegen dikwijls met toegevendheid.

"Bij mijn bezoek aan de familie Bers, waar Tolstoi mij volgens zijne belofte geïntroduceerd had, maakte ik kennis met een beminnelijken, aristokratischen, hoffelijken ouden heer, en eene mooie, statige brunette, zijne vrouw, die blijkbaar het hoofd in huis was. Van eene beschrijving van de drie aantrekkelijke mooie meisjes, waarvan de jongste een schoone altstem bezat, zal ik mij onthouden.

"Ik heb u wat laten wachten," zei de Arkel, op dien hoffelijken maar koelen toon, waartegen alle toorn af komt stuiten, evenals een afgeschoten pijl over de oppervlakte van het ijs heenglijdt: "vergeef mij: ik heb veel en zwaar werk bij de hand gehad. Op den weg zal ik u alles verhalen.

Kartenglimp, die in een ondeelbaar oogenblik een flikkering van triumf in dat schoone oog heeft gezien, werpt nog een blik naar de nu weder gesloten deur, en maakt dan op bijzonder hoffelijken toon een half beschuldigende half verschoonende opmerking over het heengaan "der heeren", maar zegt ten slotte, dat hij zich niet te beklagen heeft zoolang het lief gezelschap van mevrouw Helmond hem voor dat gemis blijft schadeloos stellen.