United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De groene ridder zag zijn jeugdigen tegenstander vriendelijk aan en zeide op zachteren toon, dan hij tot nu toe gebezigd had: "Gij spreekt als een dapper man, Heer Walewein, en van niemand liever dan van een edel ridder als gij, zou ik den slag wenschen te ontvangen.

Ik strijd voor de eer van mijn koning en Hij, die de Koning der koningen is, zal mij niet verlaten! Den volgenden morgen vroeg werden hem in tegenwoordigheid van den vorst en de gansche hofhouding zijne wapenen gebracht. In het midden der zaal legde men een kostbaar tapijt neer, waarop Walewein plaats nam.

Tot zoolang echter moet ge mijn gast zijn en de laatste dagen van het jaar benutten om uwe krachten te verzamelen voor den komenden strijd." Met beide handen nam Walewein dit gastvrij aanbod aan. Nu het doel van zijne reis zoo nabij bleek te zijn, kon hij zich met een gerust hart overgeven aan het genot van dit gezellig samenzijn het laatste misschien, dat hem op aarde ten deel zou vallen.

Wie beschrijft zijne verbazing, toen hij de deur zachtjes zag opengaan en op den drempel zijne schoone gastvrouw bemerkte, die geruischloos de kamer binnenkwam en, na de deur behoedzaam achter zich gesloten te hebben, op het bed toetrad? Bij hare nadering sloot Walewein zijne oogen geheel en wendde voor in diepen slaap verzonken te zijn.

Thans weet ge alles en rest mij slechts, u te verzoeken, mij te volgen naar mijn kasteel en aldaar met mij en de mijnen het Nieuwjaarsfeest te blijven vieren." Het is moeilijk de aandoeningen te beschrijven, waarmede Walewein naar de woorden van den groenen ridder geluisterd had.

Hij, die deze woorden sprak, had een lang, forsch figuur; zijn gelaat met de fonkelende oogen was frisch getint, als van iemand, die zich veel in de open lucht beweegt, een lange blonde baard golfde hem over de borst en zijne hand omsloot die van Walewein als een ijzeren greep.

Voor wie het vrije leven in bosch en veld liefheeft, is er iets beklemmends in dit langzaam afsterven van al wat leeft in de natuur en in het vooruitzicht van den langen, somberen winter. Ook Walewein kende dit gevoel en meer nog dan andere jaren kwam het hem ditmaal overvallen.

Aan de zijde der vorstin waren de dapperste en meest geziene ridders van het hof gezeten: Walewein, de zoon van koning Loth en de eigen neef van koning Arthur, Iwein, bijgenaamd de Leeuwenridder, Lanceloet en eenige anderen. De koning zelve had nog steeds geen plaats genomen op zijn zetel aan de zijde der koningin.

Het gebeurt slechts zelden dat ik zulk een dapper man als Heer Walewein voor mij alleen heb, hem, dien men niet zonder reden den edelsten, schoonsten en hoffelijksten ridder der Ronde Tafel noemt. Mijn echtgenoot is op de jacht, de bewoners van het kasteel zijn nog in diepe rust verzonken en zullen ons niet storen.

Wel kan worden vastgesteld, dat het gedicht geschreven werd omtrent 1370 in het Noord-Westen van Engeland. Het handschrift, waarin het tot ons is gekomen, bevat drie andere gedichten, die vele punten van overeenstemming vertoonen met het gedicht van Walewein en daarom door vele geleerden worden beschouwd van dezelfde hand te zijn.