United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op de heete windademen dreef een zwavelreuk aan, als een uitwaseming van de vervloekte steden, die, dieper dan de oevervlakten, bedolven liggen onder de zware wateren. Deze teekenen van een eeuwige gramschap joegen zijn gedachten verschrikt op, en hij bleef met de ellebogen op de balustrade, het hoofd in de handen, staroogend staan. Iemand raakte hem aan. Hij wendde zich om. Herodias stond daar.

Men had het velarium ontplooid en, gedienstig, groote kussens bij gebracht. Herodias zonk er in neder, en weende met afgewend gelaat.

SALOME: Waarbij zweert gij, Tetrarch? HERODES: Bij mijn leven, bij mijn kroon, bij mijne goden. Al wat gij wilt zal ik u geven, tot de helft van mijn koninkrijk, als gij voor mij danst. O, Salome, dans voor mij. SALOME: Gij hebt gezworen, Tetrarch. HERODES: Ik heb gezworen, Salome. SALOME: Alles wat ik vraag, tot de helft van uw koninkrijk? HERODIAS: Dans niet, mijne dochter.

Herodias haalt van den vinger van den Tetrarch den ring des doods en geeft hem aan den soldaat die hem onmiddellijk aan den beul brengt. Daar was een ring aan mijn rechterhand. Wie heeft mijn wijn gedronken? Er was wijn in mijn beker. Hij was vol wijn. Iemand heeft er van gedronken. O, ik ben zeker dat er iemand een ongeluk gaat overkomen. Koningen moeten nimmer hun woord geven.

Er is wind hier. Niet-waar, er is wind? HERODIAS: Neen. Er is geen wind. HERODES: Zeker, er is wind... En ik hoor in de lucht als het slaan van vleugelen, als het slaan van reusachtige vleugelen. Hoort gij niet? HERODIAS: Ik hoor niets. HERODES: Nu hoor ik het zelf ook niet meer. Maar ik heb het gehoord. Het was ongetwijfeld de wind. Nu is het voorbij. Maar neen, ik hoor het weêr. Hoort gij niet?

Ging Magdalena de zondares niet boven Herodias? Hij dacht aan Maria Stuart: hoe zwak zij was en hoe teeder. Hij dacht aan koningin Elisabeth: hoe kuisch zij was en hoe wreed.

HERODIAS: Ik keur goed wat mijn dochter gedaan heeft. En nu wil ik hier blijven. Kom meê! Ik wil niet hier blijven. Kom meê, zeg ik u. Ik ben zeker dat er een ongeluk gaat gebeuren. Manasse, Issaschar, Ozias, dooft de fakkels uit. Ik wil de dingen niet aanzien. Ik wil niet dat de dingen mij aanzien. Bluscht de fakkels uit! Verbergt de maan! Verbergt de sterren!

Herodias, die midden op het terras stond, keerde zich tot hem. "Ge hebt ongelijk, Heer! Hij gebiedt het volk de belasting te weigeren!" "Is dat waar?" vroeg toen de tollenaar dadelijk. De antwoorden waren eenstemmig bevestigend. De Viervorst bekrachtigde ze.

Ik heb er slechts honderd, en daar is geen koning ter wereld, die pauwen als de mijne bezit, maar ik zal ze u alle geven. Gij moet mij enkel ontslaan van mijn woord, en mij niet vragen wat gij mij gevraagd hebt. SALOME: Geef mij het hoofd van Jokanaän. HERODIAS: Dat is welgezegd, mijne dochter! Gij, gij zijt belachelijk met uwe pauwen. HERODES: Houd u stil. Gij doet niet anders dan krijschen.

Mogelijk heeft hij gelijk. Inderdaad zijt gij onvruchtbaar. HERODIAS: Ik ben onvruchtbaar, ik? En gij zegt dat, gij die voortdurend mijn dochter aanziet, gij die haar zooeven hebt willen doen dansen voor uw genoegen? Het is belachelijk zoo iets te zeggen. Ik heb een kind gebaard. Gij hebt nooit een kind verwekt, zelfs niet bij een uwer slavinnen. Niet ik ben onvruchtbaar, maar gij.