United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een viertal andere klanten waren in de herbergzaal aanwezig, zwijgend, met de pijp in de mond en spotachtige blikken, schuins op hun stoelen gezeten. In een hoek zat bazin Vleurick, Eulalies moeder, een dikke, zestigjarige vrouw met wijd van elkander staande ogen, wat aan haar blik een verdwaalde uitdrukking gaf, erwten te doppen.

Te Horezu moesten wij de keus van ons logement aan den koetsier overlaten. Hij brengt ons in een soort van hoeve, die volkomen ledig is. Niemand in de herbergzaal, niemand in de kamers, waar wij haastig en tersluiks een blik in werpen.

Te Horezu moesten wij de keus van ons logement aan den koetsier overlaten. Hij brengt ons in een soort van hoeve, die volkomen ledig is. Niemand in de herbergzaal, niemand in de kamers, waar wij haastig en tersluiks een blik in werpen.

Maar de walm, die eruit komt, doet weinig afbreuk aan den walm, die erbinnen blijft. Mijn zuster en haar vriendin gingen "aan de lijn". "Aan de lijn" staan dusdanige jongedochters, die zich met de kermis in een rij langs de muren der herbergzaal scharen.

En plotseling, gerevolteerd: Wee ...ee...eet gij hoe ik zulke smaad be...beantwoord? vroeg hij, bijna dreigend, in de drukkende stilte van de herbergzaal, waar zelfs bazin Vleurick van ontzetting 't erwten doppen had gestaakt. A... alzo zie! riep hij. En statig keerde hij zich om en stapte de deur uit.

De herbergzaal, of liever de biljardkamer, heeft veel overeenkomst met onze herbergen en café's. Al de ruimte wordt ingenomen door het enorme biljard met zakken aan de vier hoeken. Verder staat er een ronde tafel met een gestreept kleed er over, en alles, wat er noodig is, om te schrijven; stoelen, netjes in rijen geschaard, voltooien het eenvoudig ameublement voor de wijze klanten.

De herbergzaal, of liever de biljardkamer, heeft veel overeenkomst met onze herbergen en café's. Al de ruimte wordt ingenomen door het enorme biljard met zakken aan de vier hoeken. Verder staat er een ronde tafel met een gestreept kleed er over, en alles, wat er noodig is, om te schrijven; stoelen, netjes in rijen geschaard, voltooien het eenvoudig ameublement voor de wijze klanten.

Ik ga langzaam de trap op en af, en soms hoort ze mij, en ze trekt haar deurtje open en ze knikt liefelijk of zegt met onuitsprekelijke innigheid: "Hoe vaart ge, mijnheer Doxa?" Andermaal ontmoet ik haar beneden, in den gang vóór de herbergzaal. Ze loopt me nooit onbeleefd voorbij, zooals zij wel het recht zou hebben te doen, zal u toch dunken.