United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar stijgt de vroolijkheid ten top en het kleine grut glijdt, scharrelt, en zwiert, en draait door elkander, en valt op een hoop, en poeiert elkaar met sneeuw; en de jongens zitten de meisjes op hunne schaatsen na, en kapen ze de losse hoedjes van 't hoofd, zonder dat ze daarom nog verkouden worden, en rijden er in triomf mee rond op de punt van hun ijshaakjes; en de slee gaat heen en weder met een heele vracht kleine meisjes er in, en met een heele bende kleine jongens er achter, en zwiert bij het omdraaien "zoo verschrikkelijk!" dat zij het allemaal uitgillen.

In den loop van den avond kwam het uit dat hij een bijzondere genegenheid had voor het stopwoord "al zeg ik het zelf", alleen overtroffen door de verslingerdheid van zijne echtgenoot aan den uitroep "wel heeremijntijd!" welke termen dit echtpaar buitengemeen beminde; ofschoon ik zeggen moet dat zij zo somtijds afwisselden met de bevallige tusschenvoegsels van, "wat hamer", "goede genadigheid", "och grut" en andere dergelijke vloeken meer, die een balk in hun wapenschild voeren.

Kijk, hier liggen al de steenen die ze door de glazen gesmeten hebben. Bekijk ze maar eens! Er zijn waarachtig in den heelen hoop, niet meer dan twee ordentelijke flinke keisteenen,... de rest is niets anders dan gruis,... enkel klein grut; en toch stonden zij daarbuiten te krijschen en te zweren dat ze mij zouden vermoorden. Maar handelen ... handelen ... neen, daarvan zie je hier niet veel!

De hongerige diertjes vlogen er gretig op af; maar nauwelijks hadden zij al tjilpend hunne vreugde te kennen gegeven over het onverwachte maal, of daar kwamen uit de iepen een paar ruwe snuiters van kraaien neergestreken, die het arme kleine grut met snavelstooten verjoegen, en nu aan het voedsel zich tegoeddeden met echten bandietenlust. »Vort, leelijkers, vort!" riep Berendina, ten toppunt van verontwaardiging.

"Och grut!" riep hier de nicht, die met de huishoudster het gansche gesprek had aangehoord, "och grut, dat is weer de oude mallepraat; en ik wil een boon wezen, als hij niet weer lust heeft, om op zijne dolle avonturen uit te gaan." "Ja," zeide Don Quichot op ernstigen toon, "als dolend ridder wil ik leven en sterven, en geen sterveling zal mij van mijn voornemen afbrengen.

In 't koor prijkten op een groote tafel kristallijnen schalen met zilveren voeten, deze schalen waren hoogop met blinkende appelen gevuld. Ik heb begrepen, dat deze na den dienst aan de kinderen werden uitgedeeld. Het kleine grut kwam althans terstond na afloop van den dienst in grooten getale de kerk binnen. De predikant koos als tekst zijner rede, Psalm 118: 15-18.

Dan vraag ik zoo wat klein grut." "Maar dan zalje ook zulke effetieve stukken niet laten werken," merkte juffrouw Van Buren aan, haar penseel indoopende en een lange streep goud op den wimpel van een oorlogschip klevende. "'t Ziet er wel prettig uit," zei ik zelf; "ik watertand om het ook reis te doen. Mag ik eens effen van de partij zijn?"