United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


De pastoor drukte echter het nichtje op het hart, haar oom toch met de meeste zorg te verplegen en in 's hemels naam toe te zien, dat hij nog niet eens ontsnapte en als dolend ridder het land op stelten zette.

Eerst toen het Heidensche leger de volle neerlaag had geleden, kwam Don Quichot eenigszins tot bedaren, leunde hijgend op zijn zwaard en zei: "Nu mocht ik nog wel eens iemand hooren zeggen, dat een dolend ridder een onnut ding in de wereld is! Was ik hier niet gekomen, dan was een gansch Christenleger vernietigd geweest, terwijl nu de snoode Heidenen tot den laatsten man toe verslagen liggen.

Die Laurens Coster had ook beter gedaan, vygen en ananassen te planten of al waren 't dan maar burgerlyke appels en peren geweest! dan zich bezigtehouden met de uitvinding van die vervelende drukkunst! Wat heeft 'n dolend wildemannetje daaraan? En wat baatte hem nu z'n braaf oppassen by Pennewip? O, die vervloekte beschaving!

Het schijnt dat de Latijnsche uitdrukkingen aan de treurspelen van Seneca ontleend zijn. De vorst, die zwierf. Natuurlijk wordt Æneas bedoeld, die hier als een dolend ridder wordt voorgesteld. Besture Venus uw begeerten enz. Aan de planeet Venus werd een verhittende, aan Saturnus een bekoelende invloed toegeschreven op wie onder haar gesternte geboren waren. Waarop zijn Philomela tongloos wordt.

"Nu, dan wil ik mijn best doen, om ongelukken voor te komen," zeide de vreemde en keerde zich tot Don Quichot, die den leeuwenhoeder nog altijd drong de hokken te openen en de dieren vrij te laten. "Heer dolend ridder," sprak hij tot Don Quichot, "voor zoover mij bekend is, moeten alle helden slechts zulke avonturen bestaan, die hun kans laten op levensbehoud.

Wij praatten eerst over de groote overwinning, die we hadden behaald, waarop Rolando tot mij het woord richtte: "Beken, Gil Blas, dat je erg bang bent geweest." Ik antwoordde dat ik dat graag wilde toestemmen, maar dat ik als een dolend ridder zou strijden als ik slechts twee of drie tochten had meegemaakt.

Alleen de groote zonnen hangen Als feller kaarsen in dien schijn: De ziel herdenkt heur lang verlangen In nietsverlangend zaligzijn. Alsof van achter diepe slippen Haar dolend tasten eindlijk vond Met hare warme blinde lippen Nog lichter lust dan uwen mond. Weg boven dood en leven zweven Wij op in duizelhellen schrik: O kort en onbegrensd beleven Van eeuwigheid in oogenblik!...

En Don Quichot, die dit hoorde, verwonderde zich zeer, dat iedereen hem zoo goed kende en bij zijn naam wist te noemen. Verbaasd wendde hij zich tot Don Moreno, die aan zijne zijde reed, en sprak: "Wat is het toch aangenaam een dolend ridder te zijn, en in alle hoeken en einden der aarde bekend en beroemd te worden!

"Och grut!" riep hier de nicht, die met de huishoudster het gansche gesprek had aangehoord, "och grut, dat is weer de oude mallepraat; en ik wil een boon wezen, als hij niet weer lust heeft, om op zijne dolle avonturen uit te gaan." "Ja," zeide Don Quichot op ernstigen toon, "als dolend ridder wil ik leven en sterven, en geen sterveling zal mij van mijn voornemen afbrengen.

Bij 't zien van hunne zonderlinge en ongewone kleeding beeldde Don Quichot zich nu echter naar gewoonte in, dat hem weder een avontuur wachtte, en dat hij als dolend ridder verplicht was, dat met koenheid en moed te bestaan. In dezen waan werd hij door een beeld in rouwkleederen nog meer versterkt.