United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


230. geest, een persoon van geest, iemand met voortreffelike hoedanigheden, vgl. Ned. Wdb. IV dl. kol. 728/9. en 't fra. esprit. 242. jaren, in de praegnante zin van jonge jaren, jeugd: van nature de vrolike tijd. 243. genieten, vgl.: Wie ist die oyt met eene schoot Een schans of ander slot genoot? vgl. Gloss. Granida; Mned. Wdb. 245. spruyt, van bomen; kruyt, kruiden; sap, drank, en pappen.

Daarvan kon ik behoorlik van avond niet alles mededelen. Vgl. 842, vv. tergen, vgl.: "De juffers van het hof die met geçierde rocken, Die met een dertel oogh ons kriele sinnen locken, Verdienen 't ongeluck dat ons haer wesen verght, Maer dit onnoosel dier en heeft my noyt geterght." Vgl. ons: mondterging; en Gloss. Granida.

Als praeteritum vindt men in de regel placht. "Een kint dat niet en spreekt gelijck de menschen plachten. Maer dat oock sonder stem kan uyten syn gedachten." Plegen, plach, placht, komt zo passim voor bij Cats. Ook in: De Verliefde Fiamette, door Boccacius, Amsterd., 1661, o. m. blz. 84, 93, 161, 233, enz. En Oude Mans Vryagie 202b. Vgl. Gloss. Granida; plach, praes. War. 174; praes. War. 310.

544. edel pant = reine jeugd; genit. epexegeticus: de stad van Amsterdam, de prijzenswaarde deugd van zelfbeheersching. Oude gewoonte, om alle gerechten tegelijk optezetten. 614. lage plaats, vgl. locus, afkomst, geboorte, stand. 625. mijnen = jegens mij, pron. poss. = gen. object; vgl. Granida, 1529b, A. 628. nam, = zou nemen, vgl. 1304.