United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja!" zegt hij, kort, droog, met tot ruk van zijn kinnebakkes, en niemand weet tot wien hij 't zegt. 'k Zeg hem al eens tegen, al lachend: "Neen!" als om te strijden met hem. Hij blijft dan staan op de trap en heft zijnen stok op, en 't getril van zijn neuze is een teeken van komende gramschap.

Vol belangstelling stond de dentiste er bij, zijn haren stekelachtig overeind, omdat hij er altijd met zijn vingers doorheen streek en zijn snorren bibberden, bekantlicht door de lamp, in het getril van zijn praatgragen mond. Af en toe gonsde uit hun midden, als een vierde prater, het gezoem der guitarra.

Terwijl zij nog bezig waren, hoorden zij op het neerhof geronk van doedelzakken, en 't getril van een schelle hobo. Een ieder sprong juichend op en liep naar buiten. Het waren vier Bohemers, drie pijpend elk op een doedelblaas en de vierde met een hobo. De mannen speelden zonder iets te zeggen, onverschillig voort.

Zou dit Liefde zijn? dacht hij hardop. En de groote, sterke, ernstige boomen luisterden, en zwegen geheimzinnig rondom hem. Een lijster begon te zingen, hoog in de takken waar hij zijn nestje had; en stil voor zich, dacht de prins dat dit een antwoord was. Hij sloot de oogen en bleef droomerig luisteren naar het helder getril in 't groene loover. Zoo viel hij in slaap.

Is dat een getik en geklinkel! Eerst die akelige snijdende tonen, en nu dat sentimenteel gesuis en getril; de kapitein wordt er roesig van, en wat het ergste is, het geeft den jonker zulke distractie, dat hij allerlei flaters begaat, en zijn eigen, ja, ons beider spel bederft.

Dan treft de menschelijkheid van die harmonische reuzen, die sterven, of reeds bezweken, het meest, en dan is vooral de weemoed overstelpend als men er al de gouden onkruidbloemen haar welig getier ziet tusschendringen, als men er de witte en gele en gloeiend gekleurde kapellen over heen ziet fladderen met het broze getril der weiflende wiekjes, omdat die bloemen en die kapellen die liefde van éen dag zoo vreemd in onderscheid is met dat marmer, dat, zelfs in den dood, eeuwig is: een zoo wijde afstand tusschen die beiden, kapellen en zuilen, of het geheele leven er tusschen ligt.

Van de ruige hoogte zag hij naar beneden, en op den grond, wriemelend door elkander, waren honderden kaboutertjes tezamen. Zij hadden het druk! Tientallen deden niets anders dan hun handen in de hoogte steken, tientallen stampten met hun voetjes op den grond, anderen gingen af en aan, 't was een gewirwar, een schuddebotsen, een op en neer getril, dat je oogen je pijn deden.

Een verflarde krant, nat en met klapprende deuken, spoot van omlaag, draaide in kolking vlak bij de ramen, scheurde in twee de einden werden gezwalpt over het dak, gierend mee op den wind, nog juist belicht door een straal die de plaats en de ramen met paarse vonken bespette. Het duurde niet lang. Het licht, minder schel, kreeg violette zweving, vreesachtig getril van teer-spelende vlammen.

Aanvankelijk was 't getril en gedreun wat vreemd, maar 't gewende spoedig. De tijd, voor nachtrust bestemd, mag wel goed worden gebruikt. Voor morgen is vroeg opstaan de boodschap, om het gezicht bij het binnenloopen van het Kanaal niet te missen. Dat het gemist werd, was niet aan te laat opstaan te wijten. 't Zou niet gemist zijn geweest, als 't niet gemist had.

Haar wijze van vliegen is haastig en behendig, maar gaat met een eigenaardig getril gepaard; zij vermijdt zooveel mogelijk het vliegen over terreinen, waarop zij geen schuilplaats kan vinden. Allerlei Insecten, vooral die, welke zich in 't rietveld ophouden en de larven en eieren van deze dieren, worden door haar als voedsel gebruikt.