United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Statig en stokrecht zat de oude op haren stoel, met de dunne lippen op elkander genepen, al de leden roerloos, de hand alleen met de gedrildheid van een uurwerk nieuwe steken toevoegend aan het gewirwar van arabesken op het stramien.

Heel handig ging het niet, wel was er een groot vertoon van ijver bij; maar juist toen de vrij zware koffer bijna stond waar hij staan moest, lieten zij dien nog te vroeg los; hij kantelde en een gedeelte van den bodem zakte naar beneden! Nu was het een lawaai van heftig vragen en antwoorden en een gewirwar van gebaren en een opgewondenheid van belang!

Zoo zijn in dit stuk het wapengekletter en het cinematographische gewirwar en het Shakespeare-pathos van Sturm-und-Drang; de losheid, de diplomatie, het ambtelijk pedantisme, de zwartgalligheid en de vluchtig-schoone gezichtseinders van de ministerjaren; en de bezonnen levenskijk, het streven naar symmetrische rust, naar inhoudzware kortheid van Goethes Italiaansche periode aan te toonen.

Aan den voet haast omspoeld door den breeden stroom en aan twee zijden begrensd door Dordrechts teekenachtige havens, rijst de kerk schilderachtig boven het gewirwar van daken en groen.

Zij liepen haastiger, met ongeduldig-jagend hart en sloegen links den landweg in, die naar 't gehuchtje leidde. Zwaarder dreunden de kanonnen, schriller galmden de vreugdekreten, terwijl het vuur, door het gewirwar van struikgewas, van verre op een boschbrand leek.

Maar toch voelde hij de lente, de lekkere lucht die aaide langs zijn rug en langs zijn borst, die vluchtige begeerten naar lust van liefde los liet over zijn gedachten, waar ze dan even mee speelden als naakte nimfjes met een boschgod, de lentelucht, die zijn ademhaling korter maakte en zijn slapen en polsen deed gloeien en kloppen, en soms in-eens zijn voor hem liggend werk verhulde in een trillenden nevel, een rossig gewirwar, zoodat hij moeite had 't aldoor te blijven zien en er aan door te gaan met ijver en aandacht.

Zij druilden er met hun stroeven ernst, zij waren verzonken in den lagen nacht, maar hoog in de heuvelende steeg, onder 't saffraan der lucht dat de muren guldde, waren nog heldere kleuren, groen als van oud gras en purperend gewirwar.

Maar de jonge paren polkeerden op, aldoor draaiende om zich zelven als tollen die gelijkertijd opgezet zijn, als gezweept door de muziek en uiteen dwarrelend dan door de heele zaal. In grillige springpas, cholerisch-ongracelijk, hupten en zwierden ze elkander voorbij, een verbijstrend gewirwar van al maar verandrende kleurencontrasten.

Van de ruige hoogte zag hij naar beneden, en op den grond, wriemelend door elkander, waren honderden kaboutertjes tezamen. Zij hadden het druk! Tientallen deden niets anders dan hun handen in de hoogte steken, tientallen stampten met hun voetjes op den grond, anderen gingen af en aan, 't was een gewirwar, een schuddebotsen, een op en neer getril, dat je oogen je pijn deden.

Door het gewirwar der naakte twijgen heen zag ik, tegen 't lichte sneeuwveld achter hen, duidelijk hun sombere gestalten afgeteekend. Ik voelde mij als 't ware niet meer leven. Het scheen mij toe alsof mijn gansche wezen aan een draadje hing.