United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Morgen zal het mijn geluksdag zijn, wees daarvan verzekerd." "Ja, morgen! ... morgen!" herhaalde de bankier, die zich in die gemoedsstemming bevond, waarin een speler zijn hoofd als inzet zou stellen. "Morgen!... Morgen!... Welaan, het zij zoo!" Beiden keerden naar hun hôtel terug, dat halverwege van de laan gelegen was, die van Monte Carlo naar La Condamine voert.

En het huis wachtte met haar samen op den geluksdag, die nu eens langzaam aan scheen te komen waren uit de verte, in breede rollen van wit en blauw en goud met hoog geboogde luchten en wijde bloemende grondvlakten, die dan weder in de verte achter een hoogen poort vol ruischende glansen op haar scheen te wachten, tot de tijd haar tot hem heen zoû hebben gevoerd. Jozef zoû Zondag komen.

Eerst scheen het voor de genoemde familie een geluksdag te zullen worden, want reeds vroeg in den morgen deden zij eene gelukkige vondst, maar al spoedig veranderde de blijdschap in groote treurigheid. Doch laat ik u geregeld vertellen, wat er gebeurde. 't Zal ongeveer half zes in den morgen geweest zijn, toen Trijn, de vrouw van Kees van der Vliet, ontwaakte.

Hij zag het vriendinnen-paar, de gezellinnen van dien onvergetelijken geluksdag, dien dag van den rit door de bergen naar 't oude kasteel; hij zag zijn lieftallige zangleerlingetjes van Chambéry, hij zag het beminnelijke vrouwtje van zijn reis-avontuur in Frankrijk, hij zag de donkere Venetiaansche schoone, waarvoor hij als gezantschap- secretaris had gegloeid.

Gaat hij de stad uit, volg hem, en doe u als vriend voor. Spreekt hij u aan, zeg wat gij wilt, alleen niet dat gij in mijn dienst zijt. Daarover gezwegen. Haast u! Spoed u voort! De man groette en ging heen. Toen wreef Simonides zijn vermagerde handen en lachte. Welke dag is het vandaag, kind? vraagde hij vroolijk. Ik wil hem onthouden als een geluksdag.

"Daar vergis je je in, Mimi: in de liefde is de Vrijdag een geluksdag; de Ouden noemden hem Dies Veneris." "Latijn heb ik nooit geleerd," viel Mimi hem in de rede. "Maar enfin; ik kwam dan bij Paul uit en vond Rodolphe beneden op straat op schildwacht staan. Hij wachtte op me. Het was laat, al over twaalven, en ik had honger, want ik had slecht gedineerd.