United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


De keizer, na dit alles nauwkeurig te hebben onderzocht, bekrachtigde het vonnis der rechters en beval, met ééne uitspraak, allen ter dood te brengen ... allen werden onthoofd, behalve Simonides alleen, dien de wreede opperrechter, verbitterd door zijne ernstige standvastigheid, beval levend te verbranden.

Vrede zij u, Simonides, en u, lieftallige Esther, zeide Iras. Gij herinnert mij, goede vriend, als ik het zeggen mag zonder u te beleedigen, de priesters in Perzië, die 's avonds op het dak van hunne tempels stijgen, om de ondergaande zon hunne gebeden na te zenden. Als die godsdienst u misschien niet bekend is, wil ik mijnen vader roepen, om u in te lichten. Hij stamt van de Magiërs af.

En gij zult er mij, hoop ik, niet minder goedgunstig om aanzien. Blijf, bid ik u, een oogenblik naast mij staan. Het meisje deed wat haar verzocht werd. Simonides, zeide Ben-Hur op vasten toon, toen mijn vader stierf, had hij een vertrouwd bediende van uw naam, en mij is gezegd, dat gij die man zijt. Het gansche lichaam van den grijsaard trilde, krampachtig balde hij de vuist.

Als God over de aarde wandelt zijn zijne voetstappen soms eeuwen van elkander verwijderd. Hebt gij Balthasar reeds ontmoet? Ja, hij heeft mij zijne geschiedenis verteld, antwoordde Ben-Hur. Een wonder, een waar wonder, zeide Simonides. Toen hij het mij vertelde scheen ik het antwoord te hooren, waarop ik zoo lang had gewacht. Gods doel werd mij op eenmaal duidelijk.

Zoo behoort gij u te gedragen. Dat leerdet gij reeds van Simonides, als hij zong: Dwaasheid is het, tal van dagen Toe te wijden aan 't verdriet, Geven we aan de sarkophagen Eén dag rouw, en langer niet. Och de dood komt snel en vroeg; Zonder dat wij 't ons vergallen. Blijft het leven voor ons allen Bitter arm en kort genoeg.

Het zusje, dat de Romein mij ontstal, en dat ik zoeken en vinden moet, vóórdat ik aan rust of geluk kan denken. Op dat oogenblik viel een lichtstraal schuin over het terras. Zich omkeerende zagen zij, dat een bediende Simonides in zijn rolstoel naar buiten bracht. Zij voegden zich bij hem, en lieten het spreken grootendeels aan hem over.

Van hem hief hij de oogen op naar Simonides en zijn gezelschap. Zij groetten hem met de hand. Esther bleef zitten, maar Iras stond op, lachte hem toe en wuifde met haar waaier vriendschapsbewijzen, die, zooals wij weten, voor Messala bestemd waren geweest. Nu vormde de stoet zich, zette zich onder het gejubel der menigte in beweging, en verliet de arena door de Triomfpoort.

Als het geheim niet uitlekte zouden Messala en Gratus gerust en voldaan zijn, en kon Ben-Hur onbevreesd naar Jeruzalem terugkeeren om zijne moeder en zuster te zoeken. Bij het afscheidnemen zat Simonides in zijn stoel op het terras, en gaf den jongen meester zijn vaderlijken zegen. Esther deed hem uitgeleide tot aan de trap.

Ongeveer een uur later kwamen Ben-Hur en Iras te zamen in de groote zaal, waar zij Balthasar, Simonides en Esther reeds bijeen vonden. Nadat de jonkman Balthasar gegroet had keerde hij zich tot Simonides, maar bleef, Esther ziende, verbaasd staan. Dat zij zich tot zulk een volmaakte schoonheid ontwikkelen zou had hij drie jaren geleden niet gedacht.

Simonides hier, Simonides daar; dan door den een, dan door den ander! Het schijnt alsof ik aan den leiband van mijn vaders dienaar zal mogen loopen. Die weet ten minste vast te houden wat het mijne is. Daarom is hij in ieder geval rijker, zoo niet verstandiger, dan de Egyptenaar. Bij hem zal ik zeker niet ter schole gaan! Maar, wat is dat? Daar wordt gezongen ... een vrouwenstem.