United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


De eerste was Don Filipo, die gebonden was. Hij groette glimlachend zijn vrouw. Doray barstte in bitter schreien uit, en het kostte twee guardias moeite, om te beletten dat ze haar man omhelsde. Antonio, de zoon van Capitán Finay, kwam schreiend als een kind voor den dag, hetwelk slechts de kreten van zijn familie deed toenemen.

"Wat zegt u, Capitana Maria?" riep de eerste uit, en sloeg de handen in elkaar. "Ik mag 't zien, dat een zoon opkomt voor de nagedachtenis van zijn ouders. Capitana Finay, wat zou u wel zeggen als u eens, als weduwe, kwaad hoorde spreken van uw man en uw zoon Antonio zijn hoofd boog en geen woord er tegenin zei?" "Ik zou hem mijn zegen niet meer willen geven!" riep een derde uit.

Als ik een dochter had, dan woû ik dat hij mijn schoonzoon werd: iemand die een goed zoon is, zal zeker een goed echtgenoot zijn en een goed vader ook, gelooft u dat maar, zuster Rufa!" "Nu, ik denk er anders over. U mag zeggen wat u wilt: al schijnt het ook dat u gelijk heeft, ik blijf den pastoor gelooven. Voor alles zorg ik voor 't heil van mijn ziel. Wat zegt u, Capitana Finay?"

Hij komt misschien terug!" "Jawel, wanneer wij al dood zijn!" Capitana Finay schreide en riep haar zoon Antonio. De dappere Capitana Maria keek naar 't kleine traliewerk, waar achter haar beide tweelingen, haar eenige kinderen waren. Daar was ook de schoonmoeder van de klapperpooter.

't Was zuster Roefa. "Maar..." "Mijn zegen niet meer geven, dat nooit!" viel de goedige Capitana Finay in, "een moeder mag zoo iets niet zeggen ...maar ik weet niet, wat ik doen zou ... ik weet niet.., ik geloof dat ik 't besterven zou...ik zou hem...nee! Lieve God! maar ik zou hem niet meer willen zien...maar wat komt 't er toch bij u op aan, Capitana Maria?"

"Och, wat 'n vreemde ideën heeft u!" riep Capitana Finay ontsteld uit, en sloeg weer de handen in elkaar. "'t Is net of u geen pijn geleden heeft, toen u uw tweelingen kreeg!" "Juist omdat ik ze met pijn ter wereld heb gebracht, en ze behoorlijk heb opgevoed, al zijn we nog zoo arm, wil ik niet, dat na al de moeiten en zorgen die ze ons gekost hebben het maar halve mannen werden..."

"Dat is waar!" mompelde Capitana Finay vol bewondering voor de wijsheid der beide anderen, "waar haalt u toch zulke mooie redeneringen vandaan?" "Ja, maar hoe is 't dan met de kerkelijke ban en de verdoemenis?" vond la Roefa nog in te brengen. "Wat beteekenen eer en goede naam in dit leven, als we onze verdoemenis in 't leven hiernamaals bewerken?