United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Johan en de dokter liepen meê in de walstraat, maar Vogel, thuis, sneed al gauw een zijsteeg in, en ging toen links en rechts, wankelend over 't lastige pad als een dronken man, in zijn pijprook schier dravend. Ternauwernood hield Johan hem bij.

"Beloof mij dat gij het evenwel nog eenige dagen zult geheimhouden." "Daarin ben ik bereid mij volgens uwen wensch te gedragen." De kletterende stappen van een dravend paard hergalmden tot in de zaal. "Daar is nu onze neef Burchard!" zuchtte de proost ontevreden. "Wat zal dien onbedwingbare woestaard ons te melden hebben?"

En nu zagen wij niet tien, vijftien, twintig, maar vijf-en-veertig of vijftig olifanten, uit alle macht dravend, den heuvel over en verdwijnend aan de andere zijde. Dezen keer gered! Maar alles moet nog eens worden overgedaan. Er was geen dier gevallen, geen enkel was achtergebleven, geen spoor van bloed was te zien.

Men zag er, wel is waar, de luchtige tilbury's, de prachtige landauers, de sierlijke caricles en de nog bevalliger Noord-Hollandsche sjeezen van lateren tijd niet heen en weder rollen: men zag er geen tallooze diligences over een gladden gemakkelijken straatweg de reizigers als met vleugelsnelheid door dien tuin van Europa voeren: men zag er geen nette, gewitte, vroolijke buitenverblijven elkander aaneengeschakeld achtervolgen: doch men zag er ook niet meer den luister van vroegere dagen, den prachtigen hofstoet der Graven en Baanrotsen, de jachtgezellen der Heeren van Wassenaar, van Teylingen, van Heemstede en van zoovele andere heerlijkheden, die zich in luisterlijken dos vereenigden, noch de luchtige nonnen der Rijnsburgsche abdij in een geestelijken tooi, met wereldschen opschik vermengd, verzeld van de galantste edellieden uit den omtrek, op kostbare paarden heen en weder dravend: de oude weelde was verdwenen: de weelde van latere dagen was nog niet doorgekomen.

En Paul liep door de hei, wild dravend als een jongen soms, met sprongen, armgezwaai en kreten van plezier..., dan weer langzaam, peinzend, starend voor zich uit, met wijde oogen, open handen, 't hoofd wat achterover.... De zon kwam op, de vogels tjielpten.

De apanagehouder bouwt een huis, geeft een feest, maakt een reis, trouwt een zoon of dochter uit: de kleine man brengt bamboe uit het bosch, de steenen die hij zelf gebakken heeft, uit den oven en bouwt het huis; hij neemt voor een paar dagen eten in een gevlochten zakje en zijn draagjuk over de schouders, en volgt als lastdrager zweetend en dravend den apanagehouder op reis; hij gaat houtskool branden in het bosch, haalt de laatste rijst uit zijn schuur, slacht een paar kippen of zijn geit, en brengt alles naar de keuken, waar de feestmaaltijd van den apanagehouder wordt bereid.

De dansers hadden tusschen al het gerucht der doedelzakken en der bommel niet gehoord dat een dravend paard voor de deur van het huis had stilgehouden ... maar nu klonk, eensklaps, boven het geluid der speeltuigen en boven de galmen hunner vroolijkheid, een machtige stem en de kwaad voorspellende roep: "Harop! Harop!" die aan elk het voorgevoel gaf van een onverwacht gevaar.

En rijen, jongens, ze reden, de honden, vier aaneen, gelijk effen dravend dat ge geen pooten en zaagt en de wielen dokkerden luide over de straatsteenen dat de inzittenden malkaar de woorden luide schreeuwen moesten als ze iets zeggen of vragen wilden. De boomen draaiden achterwaards weg en Treite merkte nu eerst dat er nog geen blaren aan de takken waren.

Op het ogenblik dat zij meende te spreken, hoorde zij de kletterende stappen van een dravend paard in de straat galmen: dan verstond zij de zin der woorden van Machteld. Dezelfde hoop drong in haar boezem, en zij ook voelde de jagingen haars hart verdubbelen.

Nauwelijks waren zij den zoom van het woud genaderd of het geluid van een dravend paard achter haar, deed de beide vrouwen omzien. In de verte naderde in vliegenden draf een ruiter, die, toen hij naderbij kwam, een der ridders van het hof bleek te zijn. Het was Erec, de zoon van koning Lac, welke laatste tot de aan Arthur schatplichtige vorsten behoorde.