United States or Switzerland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog in onze dagen vertoont hij de sporen van het droevig lot, dat hij zoo lang heeft moeten dragen. Hij is tegelijk beschroomd, geduldig, bijgeloovig en fatalistisch. Al vroeg in den morgen wacht onze met drie paarden bespannen victoria aan de deur van het hôtel, en na ons van mondvoorraad voor den dag te hebben voorzien, gaan wij op weg naar Tismana.

Het wegens welk motief ook niet dringen in het abstracte maakt niet alleen dat de menschen bijgeloovig, maar tevens dat zij ongeloovig zijn.

Naïef, niet waar? Ja, dat was heel iets anders dan Vogt en Büchner, Douwes Dekker en Stuart Mill, en meer van die klokspijs, waarmede onze huidige, zoo oneindig degelijker onderlegde jeugd zich de hersenen voedt! Inderdaad, dat was heel iets anders!.... En dit malle goed, dit zotte, zoete gephantaseer van bijgeloovig volk en onnoozele dwepers, dat leerde de jongen nu ook Marieken lezen.

Zooveel duizende rendieren, zuchtte Cascabel, die altijd peinsde over de middelen om weg te komen, en met een twintigtal voor onzen wagen zouden wij zoo goed geholpen zijn! Wij moeten nog vertellen dat de inboorlingen van den Liakhoff-archipel niet alleen afgodendienaars, maar zóó bijgeloovig zijn als men zich ternauwernood voor kan stellen.

Enkele gunsten en belooningen, aan sommigen ten deel gevallen, vuurden den ijver dezer geïmproviseerde metselaars en opperlieden zoo zeer aan, dat het vervoer der materialen genoegzaam niets kostte. "Onze wandeling," zeide de Padri, "herinnert mij aan eene karakteristieke bijzonderheid uit het leven van den stichter van dit paleis. Shâh Soliman was niet minder bijgeloovig dan grillig.

Juist toen de stoet de plaats van het klooster verliet, gebeurde er iets, dat de Saksers eenigszins verontrustte; want, onder alle Europeesche volken, waren zij het sterkste gehecht aan een bijgeloovig vertrouwen op voorteekens; en de meeste trekken van dien aard, die onder onze volks-oudheden overgebleven zijn, kunnen tot op hun tijd nagespoord worden; daar de Normandiërs, die een vermengd volk waren, en reeds in die tijden beter onderricht, vele der vooroordeelen afgelegd hadden, die hun voorouders uit Scandinavië hadden medegebracht, en dus ook beweerden, op dergelijke punten groote vrijgeesten te zijn.

"Wat je daar zegt, is niet waar, beste jongen!" merkte Mimi eenigszins ironisch op; "zoo gauw zal Rodolphe er niet over heen zijn. Hoe was hij den avond voor mijn vertrek niet! Het was op een Vrijdag, ik wou dien nacht niet bij mijn nieuwen minnaar blijven, omdat ik bijgeloovig ben en de Vrijdag een ongeluksdag is."

Van de Berbers hebben die menschen de gewoonten van afzondering en godsdienstige onverschilligheid behouden. Zelfs is de mohammedaansche eeredienst bij hen ontaard in een soort van afgodendienst, een bijgeloovig vasthouden aan goden, die de namen dragen van Fonds, Amzor, Oksja enz. en stellig in geen enkel pantheon een plaats hebben gevonden.

Hunne vrouwen maken zich eene soort van hoog opstaande kap, van twee of drie doeken als servetten; twee punten daar van zijn van achteren bij elkander gespeld; zij hebben een kort jakje aan, van de een of andere grove stof; overigens zag ik aan hunne kleeding niets bijzonders . Deze menschen, naar ik vernam, zijn even als de bewoners van de hooge Pijreneën, het geen men ruw en onbeschaafd noemt, daar bij ook zeer bijgeloovig, zoodat men ze door een vertelling van weerwolven of spoken, ligter dan door geweld, zou kunnen verjagen; zij hebben ook hunne bijzondere zeden en gebruiken, doch zijn door de gemeenschap met de naburige steden, alwaar zij schapen, houtskolen, oesters , wild, enz. ter markt brengen, veel verbasterd en bedorven.

De naturalisten, die van ons verlangen dat wij dit gelooven zullen, verlangen te veel. Het blijkt ons dat wij, om »ongeloovigen« te zijn, bijgeloovig moeten wezen. En dat willen we niet.