United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij gingen aan een tafeltje zitten. De herberg was ledig, er was niemand dan zij. Gibelotte, die Joly en Laigle kende, zette een flesch wijn op de tafel. Terwijl zij met de eerste oesters bezig waren, verscheen een hoofd boven het trapluik, en een stem zeide: "Ik kwam voorbij en rook op de straat een heerlijken geur van Briekaas, en daarom kom ik." 't Was Grantaire.

"Ja," zei ik, "het is een treurig ambacht, en dat slechts dient om aan modegrillen te voldoen. Maar zeg mij eens, kapitein, hoeveel parels kan een schuit per dag wel opvisschen?" "Veertig tot vijftig duizend. Men zegt zelfs, toen in 1814 de Engelsche regeering voor eigen rekening liet visschen, de duikers in twintig dagen 76 millioen oesters naar boven brachten."

Langen tijd bestonden de woningen eenvoudig uit doode bladeren, boomtakken en holen. De vischvangst begon met het vangen van schelpen, vooral van oesters, waarvan men de schelpen terugvindt in de oorspronkelijke verblijven van den mensch. De eerste schepen waren holle boomstammen. Enkele dieren, de olifant, het rendier, het paard, het rund, waren getemd en voor huiselijk gebruik dienstig gemaakt.

Bij deze landing deed de equipage der sloep een ruimen voorraad op van oesters, kammosselen en zoet water.

Oesters vond men hier in menigte, en de dauw viel er sterker dan hij ergens elders gezien had.

De terebratulae en de rynchonellae waren armpootige weekdieren, die ook in de Jurazeeën in grooten getale voorkwamen. Zeldzamer zijn in die formaties de versteende oesters, toch vindt men ze nog in betrekkelijk groot aantal, evenals de zeeëgels. Al die formaties behooren tot de oudste oölithische, de bathonische formatie.

Ook werden in dien tijd al kleine oesters uit Engeland aangevoerd; de oesters, die te klein waren, om verzonden te worden, werden uitgeschoten, bewaard, en in zee op die plaatsen gezaaid of uitgestrooid, welke men geschikt achtte voor verderen groei. Deze platen in zee noemde men oesterbanken. Zelfs kleine, jarige oestertjes, broed genoemd, werden op die wijze gezaaid.

"Zeg, hoor eens, jij, zijn ze werkelijk goed?" "Flensburgsche, mijnheer! geen van Ostende!" "Flensburgsche, ja! maar zijn ze wel versch?" "Gister pas aangekomen." "Dan moeten wij maar met oesters beginnen en ons menu geheel veranderen." "'t Is mij om 't even! Ik had het liefst tsji met gort! Maar zoo iets kan men hier toch niet krijgen."

Om het te zoeken boort zij, evenals de Snippen, gaten in het zand of keert met haar bek de hoorns, schelpen en andere op het strand liggende voorwerpen om; waarschijnlijk heeft men haar hierom den naam Oestervisscher gegeven." Dat de Scholekster nooit Oesters vischt, ligt voor de hand.

Gedurende het laatste kwartier wordt het volgende er bij gedaan: morieljes, volgens A, No. 10, zwezerik, volgens A, No. 13 geprepareerd, aspersiekoppen, saucijzen, in gezouten water of bouillon gaar gekookte balletjes, en bij het opdoen oesters, die niet mogen medekoken, daar zij hierdoor hard zouden worden.