United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ware die stelling juist, zoo zouden er aldus niettemin nimmer ingestelde natuurwetten bestaan, maar deze slechts zamengestelder zijn dan de naturalisten met grond vermeenen, dat zij zijn.

En hierin ligt wel zeker de verklaring van het wonder. Indien het niet de honing-bij was de Apis mellifica van de moderne naturalisten die geteeld werd uit het begraven lichaam van Vergilius' rampzalig stierkalf, welk ander insekt, zóó sterk op een bij gelijkende, kon dan wel in die omstandigheden worden voortgebracht?

De naturalisten, die van ons verlangen dat wij dit gelooven zullen, verlangen te veel. Het blijkt ons dat wij, om »ongeloovigen« te zijn, bijgeloovig moeten wezen. En dat willen we niet.

Vergilius en de andere klassieken gaven uitsluitend den toon aan voor allen, die maar op eenige beschaving aanspraak maakten, en zelfs de naturalisten schijnen de wilde natuur alléén maar bestudeerd te hebben om de feiten aan te passen aan oude dichterlijke fantasieën.

En tòch is er een groot verschil tusschen M.'s werk en de naturalisten na hem: als romantisch humorist stelt hij zich telkens tusschen den lezer en zijn figuren. Hij geeft in zijn teekenend proza een levenden indruk van de geschetste milieus, van Wouters droomleven: maar telkens valt hij met zijn redeneering de scheppende Fancy in de rede.

Dat waren de naturalisten en de impressionisten en de kunstenaars der gewaarwording. En ook van hunne kunst lag de kiem in Rousseau.

Heel spoedig daarop vermindert zijn werkzaamheid, en bij de oude werksters sterft het bijna geheel af. Het klierensysteem voor de spijsvertering van de honingbij is door de wetenschappelijke naturalisten vrij nauwkeurig onderzocht; maar er is toch nog veel onverklaarbaars in, vooral wat de kliertjes betreft, die aan de kaken verbonden zijn.

In de voorafgaande bladzijden zijn wij wat dieper ingegaan op de beginselen, bij den raatbouw toegepast, omdat juist dit het punt is waar de gedachtelijnen van de oude en nieuwe naturalisten op eigenaardige wijze van elkaar gaan afwijken.

De een houdt zich den neus dicht, een gebaar dat tegenwoordig misschien als triviaal zou worden veroordeeld, maar waartegen de naturalisten van de veertiende eeuw te beginnen met Giotto in zijne Opwekking van Lazarus niet opzagen.

Ik vroeg nu, of hij dan de levensverschijnselen op dezelfde manier appreciëerde en verklaarde als de Fransche naturalisten. Hij antwoordde hierop: Ik had er over het algemeen heel weinig van gelezen, zooals ik in het algemeen weinig gelezen had op dien leeftijd. Wat ik er van verwerkt had, is voornamelijk den drang om zuiver en eerlijk te zijn. In anderen zin heb ik mij nooit naturalist gevoeld.