United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de nederige woning van een eenvoudigen bierdrager, binnen de wallen van Vlissingen, werd den 24en Maart 1607 een jongetje geboren, dat eenmaal de roem van zijn vaderland zou worden en wiens naam over de geheele wereld met eere zou worden genoemd. Zijn vader heette Adriaan Michielszoon en zijne moeder Alida Jans.

Zij was de levensgezellin van Uijs, de fiere en toch zo zachte Alida Maria Uijs, een vrouw, die in andere omgeving, onder gunstiger omstandigheden, zou geschitterd hebben door haar geestesgaven, uitgeblonken door adel des gemoeds, evenals zij tans in de meer nederige, maar niet minder gewichtvolle kring, waarin de Voorzienigheid haar leidde, het voorbeeld gaf en uitblonk in al die hoedanigheden, die de vrouw als vrouw en moeder sieren, haar voor de man het edelst kleinood van de Schepping, de grootste gave Gods maken.

Jan de Groot, meester der vrije kunsten en philosophie, doctor in de rechten, burgemeester van Delft en curator der sinds 1575 opgerichte universiteit van Leiden, was zijn vader. Zijne moeder was Alida van Overschie, uit het geslacht van Overschie en Adrichem. Reeds vroeg openbaarden zich de groote talenten van onzen Huig.

Zij blijft in haar eigen vertrekken," antwoordt de jonge dame. "Die vrouw zou mij verraden, als zij durfde, en na hetgeen gisteren is voorgevallen, beklaag ik haar Moorsche slavinnen. Gij weet, dat toen Papa mij Zora schonk, hij Alida ten geschenke gaf aan de gravin De Pariza.

De deur wordt terstond geopend door Alida, die fluistert: "Zij wacht u reeds, heer, en is overgelukkig! Neem de gelukwenschen aan van haar, die u beiden liefheeft en uw slavin is."

Hij vond middel met hen in aanraking te komen, en aarzelde niet, om hetgeen er was voorgevallen tusschen zijn pupil en Allard, zoodanig voor te stellen, als men wenschte het voorgesteld te zien. Dat freule Alida van deze mededeelingen het noodige gebruik maakte, is te denken, en dat men er zich in den Haag niet weinig over ontrustte, evenzeer.

Maar neef's repliek was zoo levendig, en de verdediging van het ~schepsel~ zoo warm, dat freule Alida er niet weinig van ontzet was, en begreep, beter te doen ~hier~ verdere opmerkingen te sparen, om ze later op eene plaats ter markt te brengen, waar zij geen effect zouden missen; eene manoeuvre, die als men later zien zal goed beraamd was, en niet zonder gevolgen bleef.

Zou het zijn om haar wraak te koelen op het arme meisje?" vervolgt zij levendig. "Als dat zoo is, als zij haar durft slaan, laat zij zich dan in acht nemen voor Hermoine de Alva." Terwijl zij spreekt, springt zij, zich losrukkend uit Guy's armen, op en fluistert: "Wat is dat? Luister! Mijn hemel, het is Alida!" Want men hoort nu duidelijk een verwijderd gekerm. "Het is Alida!

Daar stond een meerdere, een sergeant, houdend in de linkerhand een soort slagersboekje, in de rechter een afgekloven potloodstompje, en zijn mond sprak toornig: »Wie bin jeIk haastte mij te informeeren naar de bron zijner belangstelling, maar reeds had tante Alida, hoewel sidderend, mij, en ook haarzelve, den schrikkelijke bekend gemaakt, wellicht in de hoop hem daarmede milder te stemmen.

Beloof me echter: Dirkie zal niet met je gaan. Ik begeer het dat hij bij me blijft." »Ja, lieve Alida! Ik heb al bij mezelf besloten, dat Dirk bij je blijven zal. Ook oude Galant zal ik niet meenemen. Ik weet dat Dirk en hij zich reeds er op spitsen, om met me uit te trekken; maar voor ditmaal moeten zij tevreden zijn om achter te blijven.