United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude theologische vooraanstelling van Superbia wordt overstemd door het steeds aanzwellend koor van stemmen, die al de ellende der tijden wijten aan de steeds toenemende hebzucht. Hoe heeft niet Dante haar vervloekt: la cieca cupidigia! De hebzucht nu mist het symbolisch en theologisch karakter van den hoogmoed; zij is de natuurlijke en materieele zonde, de zuiver aardsche drift.

We drumden langs de gevels der huizen en beletten niets van het aanzwellend dagbedrijf. We liepen verstrooid over de pletsende dweilen van gebogen dienstmeisjes, die zich oprechtten dan, gestoord in den kuisch, en ons wat toesnauwden van op de drempels. Ik was zeer bekommerd en luisterde nauwelijks naar het stil, afgebroken gepraat van Menschaert.

Dus kwam er een stilte, die dadelijk groeide ... groeide ... ondraaglijk werd.... Hun stappen gingen geregeld voort over de schoon geregende klinkertjes.... Er was een metalige klank in.... Vér af belde een tram, óp uit rumoerig zoemen van Zaterdagavond-op-den-Binnenweg.... En dan hing nog in de lucht het tot een roepen aanzwellend geluid van die stem, die gevraagd had....

Na een tusschenpoos van plechtige stilte klonk de eerste slag van middernacht. "De Kroningsdag!" mompelde Zabern. "Hoor eens hoe ze juichen," zei Nikita. Uit elk deel der stad, van wijde pleinen en nauwe straten, klonk het steeds aanzwellend gejubel der bevolking. De feestdag was aangebroken! Met een bitteren glimlach blikte Zabern naar het oosten.

En boven alles uit kwam dan het oorverdoovende fluiten der nieuwe drommen aanbrengende tram, met een snel naderend en aanzwellend geluid, dat de van warmte blazende voetgangers joeg op de voetpaden, achter de bestoven boompjes.

De fenix cirkelde boven het slot: de vogel, nu geruischloos en onzichtbaar, door kunst van Merlijn, Merlijn zelve en Gwinebant onzichtbaar.... Er was een aanzwellend gesuis rondom in de lucht als van vele vluchtige en luchtige vleugelen: een gesuizel, tevens aanzwellende, als van honderden stemmen.... O Merlijn...! begon Gwinebant. Maar het scheen, dat hij zwijmde, achter Merlijns rug.

Toch zijn er die daar zich gelukkig voelen, omdat de blik er niet op grenzen stuit, noch in het wijde rondom noch in het diepe omhoog; wier oog met welbehagen rust op frissche wel en volle beek, op den dorren grond ook, aanzwellend en neerglooiend in zijn stemmig bruin, en bijwijlen zoo heerlijk opbloeiend in het rozerood der erica. Zie bl. 124, 6. Vs. 5-15.

Een vriendelijke vraag en ik moest het doen. Anders lag die vraag toch als een toenemende onrust, een aanzwellend verwijt, in mijn gemoed. Ik moest niet door buitenafschen dwang, maar door innerlijken, onontkoombaren noodzaak. Mijn moeder en mijn zuster begrepen dit best en handelden er naar. Ze konden zoo onontvluchtbaar vragen. Niets anders dan vragen.