United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de kleine eetzaal van het Hotel Espérance bestelden wij een klein ontbijt en Antoon, door mij hiertoe dringend aangespoord kon eindelijk breedvoerig vertellen hoe de tragische gebeurtenis ontstaan was. Hij deed het met dien eenvoud, welken ik zoo bewonder bij hem en die schijnbaar zoo zeer strijdt met de gewone daden van dezen uitstekenden kameraad. Antoon Menschaert is nog jong.

De heer keek me in het aangezicht en, ofschoon hij onder de zwarte randen van zijn galahoed zoo wit uitblekte als een doode, herkende ik in hem, niet zonder verwondering, mijn goeden vriend Menschaert, den toondichter. "Wel, Antoon," zei ik stil, "wat gebeurt hier?" Hij hief zenuwachtig zijne schouders op.

We drumden langs de gevels der huizen en beletten niets van het aanzwellend dagbedrijf. We liepen verstrooid over de pletsende dweilen van gebogen dienstmeisjes, die zich oprechtten dan, gestoord in den kuisch, en ons wat toesnauwden van op de drempels. Ik was zeer bekommerd en luisterde nauwelijks naar het stil, afgebroken gepraat van Menschaert.

Maar toen ik naderhand een stap nog waagde, werd mij plots het gaslicht een mist van groene dampen en voelde ik den klauw van een zonderling monster, dat, gelijk een nachtmerrie, mijne keel toenijpen kwam. Ik had, geloof ik, een korten gil geslaakt.... Het was half-zeven, als ik met Menschaert die akelige herberg verliet.

Ik hernam, diep ademhalend: "Uw zoon moedertje ... uw zoon Johan...." Ze deed stil: "Hâ-â!" Heel stil. En ze sloot langzaam hare oogen. Ze zonk achterover, in de rokjes van poppen, tegen den muur. En nog verliet die akelige glimlach hare lippen niet.... Antoon Menschaert was toegesneld. Ze voelde zijne armen om haar, roerde haar mond.