Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Links zijn lage duinen; rechts doet zich een uitkijk voor op een bekoorlijke oase. Groene boomen wiegelen door een koeltje heen en weer. Daar er boomen zijn, moet er water in de buurt wezen. Wij sterven van dorst, en twee van ons maken de paarden van voor het rijtuig los en rijden naar de oase, die geen kilometer ver lijkt.
Over het water, te midden der heerlijke waterleliën, zag hij de schoonste Alve, die hij ooit had aanschouwd, zich wiegelen op de als goud, schijnende herfstdraden en zich spiegelen in het heldere nat, dat zich onder haar zachtkens rimpelde. Zoo blank, zoo schitterend, zoo edel, zoo verlokkend en betooverend had zijn land nooit iets opgeleverd.
Met behulp van het noodige water, is men er zelfs in geslaagd eenige grasperken te onderhouden, boven wier sappig groen dadelpalmen hunne bladerkronen wiegelen. Door het gebladerte heen ziet men de schitterend witte, sierlijke marmeren kolonnade van het paleis, dat aan deze zijde niet dat kazerne-achtige karakter heeft, hetwelk aan den voorgevel zulk een onaangenamen indruk maakt.
Sedert vier dagen wachtten onze roeiers daar op ons, getrouw op hun post. De koelies belastten zich met matrassen en proviand, met de bagage en de toeristen zelven, en in minder dan een half uur was alles aan boord. Vooruit nu maar! Twee dagen daarna, tegen den avond, zijn wij bij Compong-Chuang. Jonken, gelijk aan de onze, maar mooier versierd, wiegelen op de golven bij de aanlegplaats.
Dit schetsje symboliseert hem: Op een achtergrond van vastgemeerde booten en een golvende deining, waar de wolken zich in spiegelen, laat Frans, liggend op den achtersteven van zijn boot, zich zachtjes wiegelen als een kindje, wachtend, tot men hem manden brengt, om de zilverkleurige visch in te bergen, die schittert in het ruim van zijn schuit.... Met de handen in zijn zakken, de pijp in den mond, rust hij daar uitstekend, en men weet niet vooruit, wanneer die zoete kalmte een eind zal nemen.
Hij staat zoo hoog, dat het mij is alsof hij over de grenzen van het bestaande heen kan kijken en onze aarde als een grooten bol, met niets, niets, onder zich en hij zelf alleen er boven, in den blauwen ether ziet drijven. En hij blijft daar dobberen, wiegelen, deinen in de snorrende luchtstroomen, die hem omvangen houden met hun zachte armen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek