Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


De helft van het meel wordt met het water en den arak tot deeg gemaakt, daarna de andere helft met de boter goed gekneed en ieder dezer beide gedeelten afzonderlijk uitgerold; dan op elkaar gelegd en zoo nog driemaal gerold. Boterdeeg.

De korst wordt volgens No. 6 gemaakt, de grootste helft daarvan tot een onderblad met rand uitgerold en van het overige reepjes voor een ruitwerk bovenop gesneden.

Als de papavervrucht rijp is, wordt de bol tegen zonsondergang met een soort van kam op drie plaatsen gekerfd, en uit de openingen vloeit de opium. Die wordt dan des morgens vóór zonsopgang ingezameld, wordt gedroogd en uitgerold tot koeken, die klaar zijn voor het gebruik in het land of voor den uitvoer.

Voor eene pastei van middelmatige grootte wordt van 2 1/2 ons meel een deeg gemaakt volgens Gebakken No. 5; dit tot de dikte van een stroohalm uitgerold, met wat meel bestrooid, en, gemakshalve, kruisgewijze vierdubbeld geslagen. Men kan het dan goed over de pastei uitspreiden en langs den rand van den schotel, die met eiwit bestreken moet zijn, glad afsnijden.

"De abyssinische slavin zette ons vervolgens twee met wasdoek overdekte bankjes of kleine tafeltjes, het eene boven op het andere, voor, en plaatste daarop een presenteerblaadje met een half dozijn kleine schoteltjes, die oostersch manna, pistaches, suikerboonen, schijfjes van sinaasappelen, alsmede een soort van amandelpers bevatten, dat tot dunne, zachte stengels uitgerold was en sterk naar rozenwater smaakte.

Het deeg volgens No. 2 of 7 wordt dun uitgerold, dan goed besmeerd met dik appelmoes, en met een tweede blad deeg bedekt; daarna steekt men er met een glas rondjes uit, die men met ei bestrijkt, met suiker en gehakte amandelen bestrooit en in een heeten oven bakt.

Het wordt daarna, aan verscheidene stukken, tot de dikte van een blad papier uitgerold en op een stok te droogen gehangen; vervolgens strooit men op ieder stuk een weinig droog meel, rolt het luchtig op, en snijdt er de gezegde smalle reepjes van, die men weder losrolt en ook laat droogen.

Gemberkoekjes. 2 1/2 o. bloem, 1 o., 2 1/2 l. suiker, evenveel boter, evenveel stroop en wat gemberpoeder, kneedt men te zamen, rolt het uit, maakt er koekjes van en bakt die 5 minuten op eene plaat. Saucijzenbroodjes. 2 kop bloem, 1/2 o. boter, 2 eijeren, 7 l. gist en 1/2 kop melk wordt tot een deeg gekneed en uitgerold.

Pyramiden. 3 o., 7 1/2 l. bloem, 2 1/2 o. suiker, 2 o. boter, 1 theelepel kaneel, 8 gestooten nagelen, eene halve geraspte citroenschil, 5 eijerdoijers en 2 eiwitten, worden tot een glad deeg gemaakt, dun uitgerold en in driekantige stukken gesneden, welke men met confituren besmeert.

Hiermede vult men de taartjes; men slaat geschuimd eiwit, met suiker en vanille, strijkt er dit overheen, en bestrooit het met gehakte amandelen, waardoor suiker is gemengd. Zij kunnen eene goede hitte verdragen. Couverts met confituren. Een deeg, volgens No. 2 of 7, wordt zeer dun uitgerold en met het taartenradje aan ruiten gesneden, van ongeveer 15 duim in het vierkant groot.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek