United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


In Indië of in Soedan is de Kraan een strandvogel; in het noorden van Europa of Azië wordt hij een volslagen moerasvogel. Hij bewoont hier de groote moerassen van de vlakte en de toendra, waar hij als broedplaats een plek uitkiest, die met laag sekgras of riet begroeid is, maar toch een vrij uitzicht toelaat.

Totale lengte 140, staartlengte 21 cM. Een breede gordel van de Oude Wereld, van het oosten van Middel-Siberië tot Skandinavië en van de lage toendra tot op de breedte van Middel-Europa is het broedgebied van den Kraan; uit Siberië trekt hij door China tot Siam en Indië, uit Europa tot Middel- en West-Afrika. In Duitschland nestelt hij waarschijnlijk niet anders dan ten oosten van de Elbe.

Deze Vogels broeden uitsluitend in 't hooge noorden, dringen ver in de poolgewesten door, hebben den toendra en de hooge heidevelden van Groenland, IJsland, het noorden van Skandinavië, de Fär-öer en Siberië tot zomerverblijf en begeven zich op den trek even ver zuidwaarts als hunne grootere verwanten.

De Goudpluvieren zijn kenmerkende Vogels voor de toendra: zij behooren tot dit gebied zooals de Renvogels en de Woestijnloopers tot de woestijn.

Gedurende den zomer houdt hij zich hoofdzakelijk in de gebergten van de noordelijke gewesten op; in den winter zwerft hij in lagere en ook wel in zuidelijker gelegen landstreken rond. Herhaaldelijk werden enkele exemplaren ook in ons vaderland waargenomen, vooral in de maanden October en November. Een Sneeuwuil in de toendra levert een prachtig schouwspel op.

Deze Uil, oorspronkelijk een bewoner van de toendra, is in den letterlijken zin van 't woord wereldburger geworden.

De iris is donkerbruin, de snavel blauwachtig grijs, de voet hoornbruin. De Bergleeuwerik ontleent zijn wetenschappelijken soortnaam niet aan de Zwitsersche, maar aan de Skandinavische Alpen. Hij is een kind van de toendra en broedt in dit gebied overal; hij is derhalve zoowel in de Oude als in de Nieuwe Wereld thuis.

In de toendra bewoont het Groote Sneeuwhoen de vlakten zoowel als de lage heuvels, de hellingen zoowel als de dalen in nagenoeg gelijken getale, omdat al deze terreinen nagenoeg dezelfde eigenaardigheden vertoonen; in Skandinavië daarentegen blijft het beperkt tot de middelste gedeelten van het gebergte; in de eigenlijke dalen komt het slechts nu en dan en nooit anders dan voor korten tijd.

Het oog is bruin, de snavel aan den wortel blauwgrijs, aan de spits zwartachtig hoornkleurig, de voet zwart. Totale lengte 55, staartlengte 23 cM. Deze soort broedt in de toendra van de drie noordelijke werelddeelen, maar bezoekt, na den broedtijd rondzwervend, alle zeeën der aarde, zelfs de kusten van Afrika en Australië.

Een uitvoerige opgave van alle gewesten en landen, die door den Sneeuwuil bewoond worden, kunnen wij vervangen door de mededeeling, dat hij een kind is van de toendra, maar ook verder noordwaarts veelvuldig wordt waargenomen, zoover als de onderzoekingen van de poolgewesten zich hebben uitgestrekt.