Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 oktober 2025


Toen de groote boot hen te hulp kwam, stieten zij de inzittende dames op zij, om toch vooral het eerste de trap te bereiken om boven op dek te komen, doch toen zij eenmaal veilig daar waren, hadden zij beiden de meeste praats en vergaten geheel hun onbeschoft gedrag. De storm bleef aanhouden en loeide onheilspellend in deze enge ruimte. Van aan land gaan kon geen sprake meer zijn.

Het regende bloed. De schepen werden geslecht met bijlen, met bussen, met kanonnen. De stukken vlogen in de lucht, te midden van den rook van het kruit. Op de aarde stieten de heiren tegen elkander als muren van staal.

Het ging in galop bij manier van spreken door dik en dun, en in een kwartier tijds was de weg afgelegd, waartoe de eerste vijftig man drie kwartier noodig gehad hadden. Nu stieten zij op de paarden van die vijftig. En vóór hen vielen er schoten.

Met groote waarschijnlijkheid mogen wij echter aannemen, dat de boorden van IJ en Amstel, waar zij samenvloeien, in den beginne met visschers bezet waren, die hunnen tijd tusschen de vischvangst en het melken van eenig vee verdeelden, en dat de verspreide buurten, in welke zij woonden, allengs door scheepvaart en handel vergroot, ten laatste die uitbreiding erlangd hebben, dat zij aan elkander stieten en tot eene stad versmolten.

De Iberische stammen, die zich in duisteren voortijd, even als in Spanje, ook in de Zuidelijke helft van Frankrijk vastgenesteld hadden, en op welke nu de Celten, bij hunne uitbreiding door het land stieten, konden zij niet zoo gemakkelijk vernietigen, omdat deze reeds eene dichtere en meer aan elkander gesloten volkenmassa vormden.

Voorname draagstoelen wiegelden aan, aangekondigd door geklikkak van zweepen. Bevallige carpenta, met een of twee paarden, deden de voetgangers haastig schuil zoeken op de nauwe vluchtrichels; zwarte slaven, laatdunkend, stieten hun schreeuw van aankondiging uit.

De geheele stam was op de been; de mannen, in vol krijgsgewaad, het voorhoofd met schelpen versierd, de armen beladen met ivoren ringen, de heupen omgord met een sjerp van roode tapa, stieten afschuwelijke kreten uit, terwijl zij met de eene hand hun grooten waaier van palmblad bewogen en met de andere hun strijdknods zwaaiden.

Op de stevige steenen van het gebouw vermocht de brand niet veel, maar de schilderingen op de muren werden een gemakkelijke prooi van het vuur, en al wat zij verder konden vernielen, bezweek onder de slagen. Toch stieten zij op weerstand, en hoewel de tegenstanders een gruwelijken dood stierven, ook de dweepzieke bende had veel verliezen te lijden.

Aan ons de zege! Slaat dood die voetgangers!" De Vlamingen werden overhoopgeworpen en uiteengedreven, ondanks de verwonderlijke pogingen van Gwyde, kon hij de aftocht van zijn volk niet stuiten, want er waren wel drie ruiters tegen een Vlaming, de paarden stieten hen ten gronde of dreven hen met onweerstaanbaar geweld af.

Het was inderdaad eene bevallige vertooning. De saamgepakte Arabieren en Negers waren buiten zich zelven van bewondering. Zij stieten schelle kreten uit, klapten woest met de voeten. Gelukkig, dat het geen planken vloer was, waarop zij stonden.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek