United States or Albania ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Pereskia, wordt om als onderstam voor Epiphyllums te dienen, door sommige kweekers in grooten getale aangekweekt. Deze veredeling wordt verricht door zoogenaamd spleetgriffelen. Nadat men den kop van een krachtige Pereskia op de verlangde hoogte heeft afgesneden, wordt dit snijvlak van dit ingesneden boompje, ongeveer 1 cM. diep, met een scherp mesje gespleten.

Vóór het oppotten en ook nog later, wanneer de knollen reeds goede oogen ontwikkeld hebben, kan men ze, door ze in stukken te snijden, vermenigvuldigen, waarbij men er op moet letten, dat ieder gedeelte minstens één oog moet behouden. Het snijvlak, dat een dikke, kleverige vloeistof afscheidt, wordt dan met houtskoolpoeder bestrooid.

Vaak komt het voor, dat de stekken, voordat ze gesneden worden, reeds beworteld zijn, daar ieder blad bij zijn ontwikkeling gewoonlijk een luchtwortel medebrengt. Het snijvlak der stekken maakt geen wortels en groeit ook niet dicht, maar sterft zeer langzaam in, wat niet belet, dat de stekplanten zeer goed groeien.

Het is dus zaak, ze dan eenige malen stuk voor stuk na te zien; vindt men aan den een of ander een rotachtige plek, dan wordt die met een scherp mesje weggesneden, en het snijvlak goed met houtskoolpoeder bestrooid.

Als de stammetjes drie voet hoog zijn, begint de pluk; als ze de vijf voet hebben bereikt, worden zij geknot tot struiken. Het uitsnijden van den stam dwingt het boompje tot het maken van een menigte zijtakken. Op gelijke hoogte gesnoeid, vormen die een groot "snijvlak," waarvan altijd door weer hoeveelheden jong uitloopend blad te plukken zijn.