United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is echter een onjuiste bewering, zooals men soms wil doen voorkomen, dat dit verval van verheven tradities juist met het aanbreken van de Saïtische periode begint. Het is eveneens onjuist, dat na dien tijd door de Egyptenaren geen levende kunst meer beoefend is.

Het is mogelijk, dat eenige teksten een verandering in de theologische opvatting weergeven, doch ieder hoofdstuk stond op zichzelf. Men kan echter in de opvolging der hoofdstukken een traditioneele methode ontdekken. De Drie Recensies. Er bestonden drie uitgaven van het Boek der Dooden, n.1. die uit Heliopolis, de Thebaansche en de Saïtische.

Terwijl de Saitische heerschers pogingen aanwendden met de priesters op goeden voet te blijven, deden de Perzische monarchen in geen enkel opzicht hierin voor hen onder. Zelfs de vermetelsten onder hen vonden, dat het voordeelig voor hen was, zich voor de inheemsche goden te buigen en dezen te beschermen.

Desniettemin is deze plompe spelling krachtig en formules kunnen ons, wat betreft de uitspraak, inlichten". Demotisch vertegenwoordigt het volksdialect van de Saïtische periode en stemt werkelijk met het karakter, waarin het geschreven wordt, overeen.

Nu is het opmerkelijk, dat niettegenstaande de uitsluiting, welke deze phase van den Egyptischen godsdienst kenmerkte en de verachting, met welke de Egyptenaren alles, wat niet uit hun eigen land was, beschouwden, verschillende vreemde elementen hun geloof binnendrongen en zich daarin, gedurende de Saitische en Perzische overheersching, nestelden.

De Saïtische recensie is zeker op een of ander tijdstip vóór de 26e dynastie gerangschikt en werd op lijkkisten en papyri geschreven, eveneens in hieratisch en demotisch schrift. Deze werd voortdurend tot het eind van het Ptolemaeïsch tijdperk gebruikt.

De laatste periode, de Saïtische, begint ongeveer 721 v.C. Gedurende dit tijdvak zien wij, dat de invallen der Perzen, Grieken en ten slotte die der Romeinen, op de voortbrengselen van het land grooten invloed uitgeoefend hebben, dikwijls echter tot hun nadeel; inplaats toch dat de Egyptische kunstenaars natuurlijk werk leverden en hun eigen nationalen stijl ontwikkelden, waren zij meer tot navolging geneigd, terwijl zij zich aarzelend in vormen, aan andere rassen ontleend, uitten.