Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


De geslachtsnaam Baars kan een patronymikon zijn van dezen naam, zoo als Baarsma dit zonder twyfel is. Ook blijkt dit uit menigen plaatsnaam. De geslachtsnaam Vos kan dus evenzeer oorspronkelik deze mansvóórnaam zijn, als de diernaam.

Surie en Sury zijn op bl. 48 reeds verklaard. Schoonie is eene verbastering van Schonia of Schoninga; deze laatste volle form komt nog als geslachtsnaam in de friesche gewesten voor. De mansvóórnaam die aan dit patronymikon ten grondslag ligt, is de oud-germaansche naam Schone, Skauni, die door Förstemann vermeld wordt.

Hier is Duyff, Duif 's mans vóórnaam; Jelles, patronymikon van den nog in volle gebruik zijnden frieschen mansnaam Jelle, de toenaam van Duif. Waarschijnlik hangt deze oude mansnaam samen met den oud-germaanschen mansnaam Dubi, die in Förstemann's Namenbuch voorkomt. Even als Duyvensz stammen ook de geslachtsnamen Duyfs en Duyvis van den mansnaam Duif af, met Duifjes en Duyfjes, in verkleinform.

In 't eerstgenoemde werk b. v. vinden wy eenen man genoemd Jarich Focka zoen, dat is: Jarich Fokke's zoon, of Jarich Fokkes, zoo als men heden ten dage spreekt en schrijft. Dit Focka is hier niet een vaste toenaam, veel min een vaste geslachtsnaam, die van vader op zoon overgaat, maar eenvoudig een patronymikon, eenvoudig de naam van den vader van dezen Jarich, in den tweeden naamval.

Sinia en Synja zijn voluit Sininga, en dit is het patronymikon van den mansvóórnaam Sine, welke, in dien form en ook als Siene en Syno nog heden in Friesland in gebruik is. Waarschijnlik vertegenwoordigt deze naam Sine de byzonder-friesche uitspraak van den oud-germaanschen, door Förstemann vermelden mansnaam Sind.

Ook de geslachtsnaam Meeuw behoeft niet nootsakelik de vogelnaam te zijn, maar kan eene verkorting wezen van Meeuwis, een hollandsche mansvóórnaam die eveneens eene verbastering is van Bartholomeus. Een patronymikon van dezen mansvóórnaam bestaat als geslachtsnaam in den form Meeuwse.

Ullinga of Ulinga is met de geslachtsnamen Uiling, Ulens, Uhlen en Uilsma, een patronymikon van den oud-germaanschen mansvóórnaam Ulo, die als Ule, Uiltje, Ulke, Uilke in Friesland nog in gebruik is. En Ballinga is met † Ballama en † Ballema en Balma, met Ballings, Balsma en het engelsche Balls, een patronymikon van den oud-germaanschen mansvóórnaam Ballo.

Maar zeker is het dat de herberg aan de Streek, even buiten Dokkum, Altena heet, omdat zy zoo na by de poort der stad gelegen is. En zoo is dan ook de naam van menig geslacht Altena in Holland en in andere niet-friesche gewesten van Nederland inheemsch, van eenen dezer plaatsnamen afgeleid, en heeft niets te maken met het friesche patronymikon Altena.

Het patronymikon Balling, van dezen mansvóórnaam, is nog heden in Friesland, zeer oneigenlik, als mansvóórnaam in gebruik. Van de verkleinformen van dezen naam, van Balke en Baltje, zijn de patronymikale geslachtsnamen Balkema, Ballekens en Baltjes ontleend. Niet op hare plaats is de é ook in sommige zuiver nederlandsche geslachtsnamen, waar zy die plaats aan onverstand dankt.

Dat Leffring een patronymikon is van Leffert, Lefhart, een naam die in Friesland en elders in de Nederlanden nog wel in gebruik is, en dat Nolting van den verkorten naamform Nolt, voluit Arnolt, Aarnout, afgeleid is, vindt de opmerkzame ook al lichtelik.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek