United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarna is het de plicht der moeder, de mensch-moeder, om haar kinderen zoodanig op te voeden dat zij voltooit, wat met baren en zoogen slechts begonnen was. Zij moet haar kind negen maanden in haar lichaam, twee jaar in de armen en zoolang zij leeft in hart en ziel dragen. De opvoeding van het kind is een geduchte factor in de menschelijke voortplanting.

De mensch-moeder doet minder voor haar jong, in absoluten zin en in verhouding, dan eenig ander soort van moeder op aarde. Zij zorgt noch voor voedsel, noch voor dekking, noch voor beschutting, noch voor verdediging van haar kind. Zij onderricht het niet meer dan de gewoonten en manieren, die in den familiekring en in haar beperkten maatschappelijken kring gebruikelijk zijn.

Waar dan ook de mensch-moeder zich bezig houdt met de natuurlijke werkzaamheden van een menschelijk wezen, zooals de vrouw bij de wilde volksstammen, de boerin en overal de werkende vrouw doet, daar vervult zij, zoolang zij zich niet behoeft te overwerken, deze functiën oneindig veel beter.

Indien de mensch-moeder alleen door de hulp van een ander persoon haar kinderen kan voeden en behoeden, een voeder en beschermer van wien hun leven en veiligheid afhangt, welke natuurlijke, maatschappelijke of zedelijke verontschuldiging heeft zij dan, om daarvoor niet den rechten man te kiezen? Maar hoe kan een jong meisje weten wie een goede aanstaande vader is, vraagt men?

Menschelijke functiën zijn ras-functiën, maatschappelijke functiën, en daartoe behoort opvoeding. De plicht van de mensch-moeder en de maatstaf voor een goede of slechte vervulling er van moet beoordeeld worden naar de vruchten der voortbrenging en opvoeding.

Ondanks haar veronderstelde bestemming voor het moederschap, werkt de mensch-moeder over de geheele wereld dagelijks uren lang aan werk dat met het moederschap niets te maken heeft, lang genoeg om haar een onafhankelijk levensbestaan te verschaffen en toch wordt de onafhankelijkheid onmogelijk verklaard op grond dat het moederschap haar het werken verhindert!

Aangezien er geen diersoort boven ons staat bij wie wij ons moederschap kunnen vergelijken, moeten wij den maatstaf bij lager diersoorten aanleggen. Wij moeten bewijzen kunnen dat wij in de functiën, die wij met hen gemeen hebben, hooger staan dan zij. Slaagt de mensch-moeder beter in de voortplanting van haar soort dan andere dieren van de orde mammalia?

De vrouw die alleen voor de geslachts-functiën leeft, ontaardt natuurlijk in ras-ontwikkeling en brengt even natuurlijk die ontaarding op haar nakomelingschap over. De mensch-moeder toont in de voortplantingsprocessen niet boven maar beneden de lagere dieren te staan, en geeft in dat opzicht geen blijk dat haar opgaan in geslachtsfunctiën haar jongen ten goede komt.

Wij zien de mensch-moeder harder werken dan een merrie, levenslang werken in dienst, niet alleen van haar kinderen, maar ook van vele menschen, echtgenooten, broeders en vaders en verdere mannelijke verwanten; ook voor moeders; voor de kerk een beetje, als het haar veroorloofd wordt; voor de maatschappij, indien zij daartoe in staat is; voor liefdadigheid en opvoeding en hervormingen; werken in verschillende richtingen, die niet speciaal de richting van het moederschap zijn.