Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Het oog is oranjerood, de koptooi rood, de snavel bruinachtig, de voet leikleurig zwart.
Het vederenkleed is zeer bont en bevallig geteekend; de hoofdkleur, donker olijfkleurig grijsbruin, gaat op de onderdeelen in grijs over; de bovenkop, de teugel en de wang zijn licht stroogeel, evenals de veeren van de kuif, die de kruin versiert; deze hebben echter grijze spitsen; een ronde vlek in de oorstreek is saffraanrood, van achteren door een witten rand begrensd; de leikleurig grijze handpennen hebben een donkerbruine binnenvlag en spits; de armpennen zijn, met uitzondering van de laatste, wit op de buitenvlag, maar bruinzwart op de binnenvlag en de spits; de bovendekveeren van den vleugel zijn bruinzwart, de onderdekveeren, evenals de onderzijde van de slagpennen, zwart, de stuurpennen aschgrauw aan den binnenrand en van onderen zwart, met uitzondering van de beide middelste, die een grijze kleur hebben; de bovendekveeren van den staart zijn aschgrauw, de onderdekveeren iets donkerder.
Aan den kop en den hals treden deze randen sterker op den voorgrond dan op het overige lichaam, waardoor deze deelen lichter schijnen. Als het fijne poeder, waarmede de veeren in den regel dicht bedekt zijn, er afgeveegd wordt, is het kleed leikleurig zwart-blauw. Bij den volwassen Jako is de iris geel, de snavel zwart, de voet loodkleurig grijs.
Het oog is donkerbruin, de wangstreek blauwachtig wit, de vleezige deelen van den kam, de keellellen, de washuidachtige opzwelling aan den snavelwortel rood, de helm hoornkleurig, de snavel geelachtig rood, de voet vuil leikleurig grijs, boven de plaats van aanhechting der teenen vleeschkleurig.
De meest bekende vertegenwoordiger van het ondergeslacht is de Zwarte Neushoorn der Zuid-Afrikaansche Boeren en Engelsche jagers, die door de inboorlingen van Zuid-Afrika Borele en, als de achterste hoorn zeer lang is, Keitloa genoemd wordt (Rhinoceros bicornis). Zijn kleur wisselt af tusschen donker leikleurig grijs, dat de overhand heeft en vuil roodbruin. Geheel volwassen mannetjes hebben, met inbegrip van den ongeveer 60 cM. langen staart, een totale lengte van 4 M., bij 1,4 M. schouderhoogte. De meer of minder sterk achterwaarts gebogen hoornen zijn 70
De mantel en de benedenrug zijn donker olijfbruin, de overige veeren donker leikleurig; de veeren van de zijden van den romp zijn op de buitenvlag wit, de achterbuik is wit gemarmerd; van de onderdekveeren van den staart zijn de middelste zwart, de overige wit. Het oog heeft om de pupil eerst een gelen, daarna een zwartachtig grijzen en eindelijk van buiten een rooden ring.
De geheele bovenzijde is donker leikleurig zwart, zoo ook de onderzijde, van de spits van de bovenkaak tot aan de plaats van aanhechting der borstvinnen, voorts de spits van den staart met inbegrip van de staartvin; overigens zijn de onderdeelen wit met een meer of minder roodachtige tint.
De kop, de hals en de nek, de geheele onderzijde, de onderrug en de staart zijn schitterend wit, de bovenrug en de vleugels leikleurig blauwzwart, de spitsen van de slagpennen wit. Het oog is zilvergrijs, de oogring vermiljoenrood, de snavel geel met een hoogroode vlek aan de onderkaak vóór de spits, de voet licht grijsgeel. Totale lengte 73, staartlengte 20 cM.
Onze Zwarte Specht (Dryocopus martius) heeft een effen, dofzwart kleed; donker karmijnrood is bij het mannetje de geheele bovenkop, bij 't wijfje een deel van den achterkop. De oogen zijn dof zwavelgeel, de pooten loodkleurig grijs; de snavel is paarlkleurig, aan de spits leikleurig blauw. Totale lengte 47
De kop en de nek, de keel en de gorgel zijn donker bruinachtig zwart; achter het oor bevindt zich een dooiergele, langwerpig eivormige, overlangs gerichte vlek, die door een smalle streep aan de zijde van den hals verbonden is met de eveneens dooiergele voorvlakte van den hals; de gestreept leikleurig grauwe bovendeelen zijn van de grootendeels witte onderdeelen gescheiden door een smallen, zwarten band, die zich langs de zijden van den dooiergelen hals en de eenigszins geelachtigen bovenborst uitstrekt; de vleugels zijn overlangs bandvormig geteekend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek