Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
In der tiêd, dat zich nen wiêsen bedenkt, kan zich ok nen gek bedenken. Met fiêne leu en stofreggen, door woj met bedroggen. Aj 'n ekster uutstuurt, krie 'j 'n bonte vogel weer in huus. Leer um leer, kulst doe mîj, ikke dîj weer! Ai-j twee slimmen in de wan doot, komp ter altied wal een slimmen boaven. Vgl. Driem. Bladen III, bl. 48; IV, bl. 127, V, bl, 65.
Zij haakt zich hiermede behendig vast aan loodrechte muren en houten beschotten; bovendien gebruikt zij de scherpe klauwen ter harer verdediging. De Gierzwaluw is een schreeuwvogel en geen zanger; haar stem is een snijdend, krijschend geluid, dat door de syllaben "spie spie" of "krie" nagebootst kan worden.
Zie's, hier zin drie briefkes van vief-en-twintig, twee van tien gulden, en nog vief enkele guldes. Zie, 'k zal 't bij mekoar in 't zekske doen, en loop dan as 'en jong noar de b'ron, dan krie' j' nog 'en fooitje ook."
Haar stem is zeer wanluidend: de loktoon klinkt krijschend als "krie"; "kek" en "sjerr" zijn de geluiden voor het gezellig verkeer; woede wordt uitgedrukt door een krijschend "kerrekkektek," of een heesch "gier," dat gewoonlijk door "krie" wordt gevolgd.
Woord Van De Dag