Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Overste von Hattersdorff zu Wiesenbrück, heeft zoo’n verschrikkelijken aanval van jicht, op No. 26,” onmiddellijk antwoordde: „Zeker, zeer gaarne!” En toen hij vroeg: „Ik versta je immers goed: ’t is Overste von Hattersdorff?” schitterde er plotseling iets in het oog van den dokter, dat men voor boosaardige vreugde had kunnen houden, indien men niet wist, dat medici gewoonlijk ver boven deze minder edele aandoening verheven zijn.

Freiherr von Hattersdorff zu Wiesenbrück was met een tamelijk goed pensioen en een aanmerkelijke hoeveelheid heupjicht uit den Pruissischen krijgsdienst getreden en logeerde met zijn corpulenteFrau Gemahlinen zijnFräulein Tochter,” een spichtige, achtentwintigjarige, groezelige blondine, met de bevallige vormen eener asperge, sedert eenige weken te Wiesbaden, om daar, indien mogelijk, zooal niet genezing, dan toch verlichting voor zijn pijnlijke kwaal te vinden.

Eindelijk na achttien dagen, vreeselijke dagen voor Freiherr von Hattersdorff, verklaarde de dokter, dat zijn patiënt volkomen genezen was; en inderdaad, de Ischias van den Overste behoorde tot het verledene.

Uitstekend, Overste; we kunnen dadelijk beginnen”. De dokter trok zijn jas uit, ontdeed zich van zijn vest, en toen Mevrouw von Hattersdorff verschrikt vroeg: „Dokter, u gaat u toch niet uitkl...?” viel hij haar lachend in de rede met: „Pardon! ik maak ’t me alleen maar wat gemakkelijker; er is nog al kracht noodig voor zoo’n massage.” Druff knoopte zijn manchetten los, stroopte zijn hemdsmouwen op, toonde een paar buitengewoon zwaar gespierde armen en vroeg: „Heeft u ook een weinig zoete olie, Mevrouw? ’k Gebruik anders cold cream, maar de Overste ligt nu zoo goed in positie, dat ik....”

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek