Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Zijn lengte bedraagt 16 cM. Het wijfje is kleiner, maar komt in kleur met het mannetje overeen. De veeren van de bovenzijde zijn olijfkleurig grijs, die van de onderzijde lichtgrijs, aan de keel en den buik witachtig; de slagpennen en de staart zijn olijfkleurig bruin; het oog is licht grijsbruin; de snavel en de voeten zijn vuil loodkleurig grijs.

De staartveeren zijn van boven blauwachtig groen met metaalglans, van onderen zwart; de binnenvlag van de beide buitenste paren stuurpennen is wit. Het wijfje is dof olijfgroen van boven, geelachtig grijs van onderen; de slagpennen en de staartveeren zijn grijsbruin.

Hun kleed is zooveel mogelijk in overeenstemming met den bodem, hoewel het eigenaardige afwijkingen vertoont. De Alpen-sneeuwhazen zijn in den winter zuiver wit, alleen aan de spits van de ooren zwart, in den zomer grijsbruin en wel volkomen effen, niet gesprenkeld, zooals de Gewone Hazen.

De bovendeelen hebben witte vlekken op een roestroodgrijzen grond, terwijl de meeste veeren bovendien met zwarte golflijnen geteekend zijn; op de bovenzijde van den vleugel, welks kleur een dooreenmenging van roestkleurig grijs en roestrood is, komen witte, overlangsche strepen en witte vlekken duidelijk uit; de keel is zwart, door een witten rand omgeven, de onderzijde overigens roestkleurig met witte en bruine vlekken; de slagpennen zijn grijsbruin, op de smalle buitenvlag roodachtig wit gevlekt; de stuurpennen zijn zwartachtig met aschgrauw doormengd, de middelste met roestkleurige banden en teekeningen.

Totale lengte 65, staartlengte 18 cM. In den winter zijn de kop en de hals grijsbruin gevlekt. Het broedgebied van deze soort omvat bezuiden den evenaar de Poolzee en in 't noorder halfrond deelen van de Oude en van de Nieuwe Wereld, het reikt in Amerika van Labrador tot Cuba, in Europa van 71° N. B. tot de Middellandsche Zee; talrijk broedt zij in Europa aan de kusten van de Noordzee.

Het vederenkleed is zeer bont en bevallig geteekend; de hoofdkleur, donker olijfkleurig grijsbruin, gaat op de onderdeelen in grijs over; de bovenkop, de teugel en de wang zijn licht stroogeel, evenals de veeren van de kuif, die de kruin versiert; deze hebben echter grijze spitsen; een ronde vlek in de oorstreek is saffraanrood, van achteren door een witten rand begrensd; de leikleurig grijze handpennen hebben een donkerbruine binnenvlag en spits; de armpennen zijn, met uitzondering van de laatste, wit op de buitenvlag, maar bruinzwart op de binnenvlag en de spits; de bovendekveeren van den vleugel zijn bruinzwart, de onderdekveeren, evenals de onderzijde van de slagpennen, zwart, de stuurpennen aschgrauw aan den binnenrand en van onderen zwart, met uitzondering van de beide middelste, die een grijze kleur hebben; de bovendekveeren van den staart zijn aschgrauw, de onderdekveeren iets donkerder.

De dichte en voor 't gevoel zijdeachtige vacht is in den zomer aan de bovenzijde vaalbruin; de bovenzijde van de "vlieghuid" en de buitenzijde van de pooten zijn donkerder grijsbruin, de onderdeelen zijn wit. In den winter wordt de vacht langer, dichter en lichter van kleur; de bovendeelen en de staart zijn dan zilvergrijs.

De handpennen zijn zwartachtig grijs met witte schaften, aan den binnenrand en aan den wortel wit, de armpennen donkergrijs met witte randen, de laatste bijna geheel wit, de middelste stuurpennen zwartachtig, de volgende donker leikleurig grijs, de beide buitenste aan de spits donker bruinrood. Het oog is bruin, de snavel groenachtig geel, aan de spits bruin, de voet grijsbruin.

De kop is klein, het oog middelmatig groot, het oor afgerond, de beharing dicht, kort en zwartachtig grijsbruin van kleur; ieder haar is aan den wortel donker zwartachtig grijs, in 't midden zwart en aan de spits donkerbruin. Het wijfje is altijd een weinig lichter van kleur dan het mannetje.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek