Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Kosmo wendt den blik naar den persoon, die hem wordt aangewezen, en beschouwt met aandacht die flinke gestalte, dat wakker en open gelaat, dat breede voorhoofd, en dat oog, waaraan het wicht van tachtig, vaak kommervolle jaren, niets van zijn gloed ontnomen heeft. "Men kan het dien man aanzien, dat hij een dichter is," zegt hij tegen De Graeff.
Vondel had in vroegere dagen ook een weinig aan 't Italiaansch gedaan: hij heeft er genoeg van onthouden, om de woorden te verstaan, door De Graeff gesproken, en een smartelijke glimlach zweeft om zijn mond. Kosmo heeft dien opgemerkt, en hij wil een pleister op de wond leggen, die hij gevoelt dat den dichter geslagen is.
"De poëzie geeft meer," zegt hij: "zij geeft de onsterfelijkheid niet alleen aan den zanger, maar ook aan hen, die hij tot stof zijner zangen kiest." "Verstaat gij, sinjeur Vondel! wat zijne Doorluchtigheid zegt?" vraagt De Graeff, op een half spottenden toon, aan den dichter: "hij zegt, dat gij mij onsterfelijk gemaakt hebt; want ik behoor tot dezulken, op wie gij rijmen gemaakt hebt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek